M.W. Eberlé-Gotlib
Marjorie W. Eberlé-Gotlib
Het antwoord op de vraag welke Israëls boodschap voor de wereld is, vinden we in de Bijbel. De schrijfster somt in dit artikel tien facetten van dit getuigenis op (red.).
Israël, dat is het volk Israël, het Joodse volk. Heeft dit volk een boodschap?
Het is een uniek volk, anders dan alle andere volken. Geen enkel volk op aarde kende zijn eerste; niemand weet wie de eerste Nederlander, Fransman, Rus, Engelsman of noem maar iets op is geweest, daarentegen kent de hele wereld de eerste Jood, het was ʽvaderʼ Abraham. Israël heeft ook niet, zoals de andere volkeren, zijn eigen wetten gemaakt. God maakte ze. Israël geschiedenisboek is niet door gestudeerde heren geschreven, het vaderlandse geschiedenisboek van Israël is de Bijbel. Dit kan geen enkel volk haar nazeggen. Het is ook het enige volk ter wereld waarvan de geschiedenis tot op de jongste dag is geschreven. Heeft dit volk een boodschap aan de wereld? Zeker wel! De boodschap dat God bestaat! God is niet dood, ver weg of in ruste. Het Joodse volk getuigt daarvan in deze wereld, doordat ze nog steeds bestaat. Graag wil ik ingaan op tien aspecten van dit getuigenis.
- Gegevens
- Hits: 3465
M.W. Eberlé-Gotlib
Wat wij uit onszelf najagen is in strijd met de Geest en wat de Geest verlangt is in strijd met onszelf. Het een gaat in tegen het ander (Gal. 5:17 NBV).
Nadat Paulus in het zevende hoofdstuk van de Romeinenbrief uiteengezet heeft dat het onmogelijk is voor de mens zich aan de wet te houden en de strijd die dat met zich meebracht, stoot hij nu door naar de nieuwe situatie waarin zij zich bevinden die in de Messias mogen leven. Vrij van de dictatuur der zonde maar ook vrij van het falen van de wet spreekt hij nu over de nieuw-geschapenen in Jezus de Messias. Heel duidelijk tekent Paulus dat de macht achter die nieuwe mens de Heilige Geest is. In de oudtestamentische bedeling werkte de Heilige Geest ook, maar schoksgewijs.
- Gegevens
- Hits: 3025
M.W. Eberlé-Gotlib
De ʽrede over de laatste dingenʼ in Matth. 24 sprak Jezus uit, nadat Hij de farizeeën en schriftgeleerden in de tempel bestraffend had toegesproken (Matth. 23). Hij eindigde deze bestraffing met de woorden: “Zie, uw huis wordt aan u overgelaten, want ik zeg u, gij zult Mij van nu aan niet meer zien, totdat gij zegt: Gezegend is Hij die komt in de naam des Heren (Matth. 23:38)”.
Toen verliet Jezus de tempel en Zijn discipelen vestigden Zijn aandacht op de gebouwen van de tempel. Deze tempel was zeer mooi; nog veel mooier dan die van Salomo. Hoe kon een dergelijke mooie tempel nu ooit afgebroken moeten worden? En toch was het antwoord van Jezus of Hij deze tempel bedoelde, duidelijk. Hij zei: “Ziet gij dit alles niet? Voorwaar ik zeg u, er zal hier geen steen op de andere gelaten worden, die niet zal worden weggebroken (Matth. 24:2).”
- Gegevens
- Hits: 2851
Marjorie W.Eberlé-Gotlib
toespraak in 1970 in de Doopsgezinde Kerk te Rotterdam
Reeds 1917 jaar vóór de geboorte van Jezus van Nazareth beloofde God aan Abraham, die de eerste Jood was, dat Hij hem zou zegenen. In Genesis 12:1-3 staat: “de Heer nu zei tot Abram: ga uit uw land en uw maagschap en uit uw vaders huis naar het land dat Ik u wijzen zal. Ik zal u tot een groot volk maken en u zegenen en uw naam groot maken, en gij zult tot een zegen zijn. Ik zal zegenen wie u zegenen en wie u vervloekt zal Ik vervloeken, en met u zullen alle geslachten gezegend worden”. Na deze belofte sluit God een eeuwig verbond met Abram. In Genesis 15 lezen we: “Aan uw nageslacht zal Ik dit land geven, van de rivier van Egypte - dat is de Nijl - tot de grote rivier, de Eufraat. Ik zal aan u en aan uw nageslacht het land waar gij als vreemdeling vertoeft, het ganse land Kanaän, tot een altoosdurende bezitting geven en Ik zal hun tot een God zijn.” Dit verbond van God sloot Hij met het joodse volk ruim 3900 jaar geleden. Een land met duidelijk omschreven grenzen geeft Hij hen tot een altoosdurende bezitting.
- Gegevens
- Hits: 3102