Michiel Steenwinkel

Oktober vorig jaar bezocht journalist en theoloog Michiel Steenwinkel Israël, als reisleider van een jongerenreis van het Comité Gemeentehulp Israël. Hier leest u zijn verslag:

“We beginnen in woestijnstad Dimona bij Albert en Esther Knoester. Zij wonen daar sinds 2008. De wijk waarin ze wonen, staat bekend als orthodox. Er staan vijf synagogen en jesjiva’s. Het huis van Albert en Esther ligt recht tegenover een synagoge. Je kunt bijna bij elkaar naar binnen kijken. Aanvankelijk vroeg de rabbijn of Albert en Esther misschien Joods wilden worden. Maar met behoud van geloof in Jezus bleek dat te moeilijk.

 

De huiskring die het echtpaar startte, functioneerde jarenlang zonder problemen. Dat veranderde toen ze in 2016 met hulp uit Nederland een inloophuis voor koffie en een praatje in het winkelcentrum openden. Dat was zeer tegen het zere been van de rabbijnen. De rustige buitenlanders waren voor hen ineens een regelrechte bedreiging geworden.

‘Sanhedrin’

Albert en Esther vertellen: “We werden als gevaarlijke zendelingen gezien. We hebben hier in huis een Sanhedrin gehad. Vijf rabbi’s kwamen langs, wat heel bijzonder is omdat zij doorgaans niet snel het huis van een niet-Jood binnengaan. Ze zochten Jezus aan het kruis op de muur, maar waren helemaal van slag dat wij alleen maar Joodse symbolen in huis hebben. Wij werken binnen de Joodse cultuur en dan moet je je eigen cultuur vergeten. De Bijbel zegt dat we de Joden tot jaloersheid zullen wekken. Daarom hebben wij geen christelijke symbolen in huis.”

Onder orthodoxe Joden bestaan nogal wat misvattingen over christenen en het Nieuwe Testament. Zo was de hoofdrabbijn helemaal verbaasd dat het echtpaar Knoester dezelfde Tenach (Oude Testament) heeft als hij. “Zij hebben echt de overtuiging dat wij christenen een andere Tenach hebben. Maar ze moesten concluderen dat het om precies dezelfde ging. Daarna kwam het Nieuwe Testament op tafel. Eén van hen begon te lezen in Mattheüs en kon niet meer ophouden. Hij had dit nog nooit gelezen en kon niet geloven dat dit nu het Nieuwe Testament was. Onder Joden bestaat de hardnekkige overtuiging dat het Nieuwe Testament een antisemitisch boek is.”

Het bezoek pakte niet goed uit. Er verscheen een negatief artikel in de plaatselijke krant. Meerdere keren werd er voor de poort van het huis gedemonstreerd. “Er werden zelfs vervloekingen uitgesproken over ons. Maar door al deze nare dingen gingen mensen juist naar ons kijken. God gebruikte het ten goede.”

Wat is jullie geheim?

Want in die periode kwamen er veel mensen uit Dimona naar Albert en Esther toe. Sommigen spraken er schande van dat ze zo werden behandeld door de rabbi’s, anderen waren oprecht geïnteresseerd in hun geloof in Jezus. Esther: “Een boom van een kerel vol met tatoeages vertelde dat hij door de Sjoa niet meer in God kon geloven. Toch zei hij dat hij zag dat God met ons was. Hij vroeg wat ons geheim was. Ik antwoordde dat het geheim hún Messias is die op een dag ook zíjn ogen zal openen. Hij had tranen in zijn ogen en ik moet er nog bijna van huilen.”

Door alle commotie is het inloophuis tijdelijk gesloten geweest. Nu het weer open is, komen er mensen binnen voor koffie en een gesprek. Alleen het Oude Testament wordt er gebruikt. Het Nieuwe Testament blijft altijd thuis. Esther: “Ik begin zelf nooit over Jezus, maar mensen komen sinds die commotie naar ons toe en willen van alles weten. Dat wij als niet-joden hun Tenach zo liefhebben, dat kunnen ze gewoon niet begrijpen. Ze weten niet wat ze horen als we citeren uit hun Tenach. De Bijbel roept ons op hen tot jaloersheid te wekken en dat zie je ook gebeuren. Er zijn hier Nikodemussen in de stad. Wij konden dit alleen volhouden omdat God voor ons is uitgegaan. Hij bemoedigde ons met de tekst uit Handelingen 18 dat Hij veel volk heeft in deze stad.”

“Als God je roept, zorgt Hij voor alles. Op een avond stonden hier 200 schreeuwende mensen voor de deur. We zijn op onze knieën gegaan en zeiden ‘Heer U zegt in uw woord dat u uw engelen gebiedt op al onze wegen.’ Meteen daarna ging de bel. Twee politieagenten stonden voor de deur. Ze kwamen binnen en waren zo verontwaardigd over wat er gebeurd was. Ze beschermden ons en stonden erop dat ze ons zouden begeleiden buiten. We denken dat het Gods engelen waren.”

Veel bewoners van de stad nemen het sindsdien op voor het echtpaar Knoester. “Wat wij het hardst nodig hebben, is gebed. Dat God het verstand opent van de mensen.”

Victor Kalisher

Ook directeur Victor Kalisher van het Israëlisch Bijbelgenootschap in Jeruzalem heeft geregeld gesprekken met Joden van orthodoxe komaf. Hij vertelt: “Een Franse Joodse vrouw met een orthodoxe achtergrond kwam de winkel binnen en vroeg hoe het nu zit met Jesaja 53, het hoofdstuk over de lijdende knecht van de Heer. Ik opende de Hebreeuws-Franse Bijbel die we uitgeven en vertelde erover. De vrouw begon te huilen en zei: ‘kijk wat we gedaan hebben! Hoe kan het dat de rabbijnen dit niet zien?’ Ik vertelde haar dat de Heilige Geest het in haar hart openbaart. Toen vertelde ze me zelf dat het hoofdstuk over Jezus gaat en dat het voelde alsof er een gordijn voor haar ogen is weggetrokken. Dat is precies wat de Schrift ook zegt. Er ligt bij hen een bedekking over de lezing van het Oude Testament.”

Kalisher kent ook de moeilijkheden die gepaard gaan met het getuigenis over Jezus. “Een groepje orthodoxen kocht hier het Nieuwe Testament om het vervolgens voor de deur te verbranden. Ze waarschuwden anderen dat wij hun Joodse ziel afnemen. Maar een andere orthodoxe man kwam later naar mij toe. Hij zei dat hij onder de indruk was van hoe ik reageerde en hoe rustig ik bleef. Hij kocht vervolgens een Nieuw Testament voor zichzelf.”

Dit soort getuigenissen hoor je vaker in Israël. Het toont aan dat we in een bijzondere tijd leven. Het is voor het eerst sinds de eerste eeuw dat er weer een Lichaam van Christus in Israël is dat bestaat uit Joden. Het is weliswaar nog steeds een heel klein deel van de bevolking, maar feit is dat het aantal gelovigen de afgelopen decennia enorm is gegroeid. Kalisher: “De enkelen die door de eeuwen heen tot geloof kwamen, werden lid van een buitenlandse kerk en waren niet meer verbonden met hun Joodse cultuur. Nu realiseren Joden zich dat het ware Joodse geloof wordt vervuld in de Messias.“

Dit artikel is afkomstig uit het maandblad Hadderech van maart 2019

Bron: Michiel Steenwinkel