Ds. S.P. Tabaksblatt

In 1964 verscheen in de Hadderech een artikel van ds, Tabaksblatt over Gods toekomst voor Israël en de volkeren volgens het Oude Testament. Hierin geeft hij een korte samenvatting van wat Tenach zegt over de tijd wanneer God verschenen zal zijn op aarde en Zijn heerlijkheid openbaar geworden zal zijn. Het leek ons een hoopvol begin van het nieuwe jaar, iets om naar uit te zien.

 

De toekomst van Israël en de volkeren

Wanneer wij samenvatten wat de profeten zeggen over Gods toekomst voor Israël en de volkeren, komen wij tot de volgende reconstructie:
Wanneer deze toekomst aanbreekt zal de berg van het huis des Heren een centrale plaats innemen. Het is de berg Zion. Daarheen zullen alle volkeren stromen om de wegen van Jakobs God te leren en in zijn paden te wandelen. Want uit Zion zal de wet uitgaan en des Heren woord uit Jeruzalem. Er zal dan een tijd van welvaart en rust aanbreken en men zal niet meer door oorlog verschrikt worden. De profeet Jesaja sluit dit visioen af met de oproep tot het volk Israël: “Huis van Jakob, komt laten wij wandelen in het licht des Heren!” Maar Micha besluit hetzelfde visioen met de vaststelling en het voornemen: “Want alle volkeren wandelen elk in de naam van zijn god, maar wij zullen wandelen in de naam van den Here, onzen God, voor altoos en immer” (Jes. 2:2-5 en Micha 4:1-5).

Volgens de teksten der andere profeten mag niet verwacht worden, dat deze heerlijke tijd het gevolg zal zijn van een geleidelijke ontwikkeling van het mensdom naar omhoog; dus niet langs de weg van evolutie zal de mensheid wijzer worden en zich tot God bekeren. Maar het zal zijn het resultaat van gerichten en oordelen Gods over de volkeren (Jer. 30 : 24; Zef. 1:14 vv; Joël 1:15; 2:1 en 11). De volkeren zullen dus door ‘schade en schande’ tot het bewustzijn komen dat de Here God is. En zij zullen ontdekken dat het behoud en het heil van heel de mensheid gelegen is in het doen van zijn geboden en het bewandelen van zijn paden, m.a.w. in het gehoorzamen van Zijn wil en Hem als Heer en Meester erkennen.
Dan zullen de volkeren de macht en majesteit van Israëls God als de alleen ware God aanvaarden en Hem de eer geven (Ezech. 38:16 en Zach. 14:1).
Het volk Israël zelf zal na de doorstane verschrikkingen zijn God eerst goed leren kennen en zich bekeren en zoeken de Here, hun God en David hun Koning (Hos. 3 : 5).

Dit is de samenvatting van hetgeen in Tenach over de toekomst van God gezegd wordt. Men moet in deze samenvatting geen bepaalde volgorde van de gebeurtenissen zoeken. Die kent de Here alleen. Ik heb enkel geprobeerd de inhoud van de teksten, die betrekking hebben op de tijd die in Tenach wordt weergegeven met de woorden Acharith hajamim -het laatste der dagen- aan te duiden.

Israëls bijzondere plaats

Hierin valt ons op, dat Tenach geen verschil maakt tussen het volk Israël en de volkeren wat betreft de oordelen, die aan Gods toekomst vooraf zullen gaan.
In Tenach vinden wij het volk Israël niet als het brave, lieve volk, maar als een volk, dat even zondig is als de andere volkeren. Ja, de profeten Israëls vinden het zelfs nog meer zondig dan de andere volkeren, omdat Israël het volk is, waarin de ware God zich geopenbaard heeft. En hoewel ze die God kende wandelde Israël toch in ongehoorzaamheid aan Zijn wil.
Zo was het toen en zo is het nog. Samen met de andere volkeren staat het schuldig voor God en zal het daarom in de eindstrijd voorafgaande aan de toekomst van God evengoed als alle volkeren de gevolgen van Gods toorn over zonde en ongerechtigheid moeten ondergaan.

Maar terwijl de andere volken en natiën als naamloze massa van bekeerde heidenen zich bij Jacobs God zullen voegen, zal het volk Israël als geheel gelouterd en gezuiverd uit de strijd en benauwdheid komen. Zij zijn immers het volk van Gods verkiezing en openbaring in de wereld en het bewijs van zijn vasthoudende trouw aan de beloften eenmaal aan dat volk gegeven. God heeft zijn naam aan dat volk verbonden en al zijn beloften voor de ganse mensheid aan dat volk toevertrouwd.

Het is niet waar wat de christelijke kerk beweert, dat buiten de Kerk geen heil bestaat. Maar wel, dat er buiten Israël geen heil is. Want alle zegeningen, die God voor de wereld belooft, heeft Hij in de schoot van dat volk gelegd. Zelfs het heil is uit dat volk, Joh. 4:21. Voor zover de christelijke kerk het heil bezit, is het alleen omdat zij als gemeenschap uit de volkeren, die in Israëls Messias gelooft en daardoor bij dat volk gevoegd, dat heil mede deelachtig is geworden.

Tot slot

Bij het aanbreken van Gods toekomst zal het volk Israël beseffen dat zijn God niet alleen een God der Joden is, maar ook der volkeren. En in het bewustzijn van eigen tekortkomingen ten opzichte van dat grote voorrecht en de bijzondere genade van God ontvangen, zal Israël dan samen met de verlosten uit alle volkeren en natiën zich scharen rondom “de berg van het huis des Heren” om in het licht des Heren te wandelen en naar Zijn wil te handelen.

hemelse schat

 Dit artikel is afkomstig uit het maandblad Hadderech van januari 2018