Zowel Barend als Anny stamden uit joodse families in Amsterdam. De vader van Barend was diamantslijper en Anny’s ouders hadden een winkel in ijzerwaren in de Cornelis Schuytstraat. Ze trouwden dan ook in de Amsterdamse Hoofdsynagoge op 18 september 1929. Barend is dan nog kellner, maar hij haalde zijn papieren als fysiotherapeut en werkte later ook als zodanig. Met duidelijk een vooruitziende blik hebben Barend en Anny in mei 1940 nog geprobeerd via IJmuiden naar Engeland uit te wijken, maar helaas mislukte die poging. Wel konden ze uiteindelijk onderduiken in Dwingeloo, waar ze o.a in huis kwamen bij de gereformeerde familie K. Mulder.

De lokale predikant, ds. Geertsema was sterk anti-nazi, en zijn houding en levensfilosofie had grote invloed op het echtpaar Soesan-Brilleman. Door zijn anti Duitse preken werd ds. Geertsema gearresteerd en overgebracht naar de gevangenis van Assen. Hoewel hij daaruit met hulp van de ondergrondse had kunnen ontsnappen, heeft hij dat niet gedaan om represailles tegen zijn gezin te voorkomen. Hij is uiteindelijk in Duitsland vermoord.

Ook Barend was, ondanks de onderduik, actief in het verzet. Onder de schuilnaam Adriaan Voncke vervalste hij persoonsbewijzen voor de verzetsgroep Meppel en de landelijke Trouw groep. Anny ging door het leven als Klaasje van de Glind. De échte Klaasje had haar persoonsbewijs ‘verloren’ en aan de verzetsgroep gegeven om het door een onderduiker te kunnen laten gebruiken.

Na de oorlog vestigden Barend en Anny zich te Assen en deden zij belijdenis in de gereformeerde kerk aldaar. Barend werkte als fysiotherapeut, o.a. bij het militair hospitaal. Ze vonden in latere jaren steun bij de zgn. ‘Messias belijdende joden’ en de vereniging Hadderech. Hierdoor werd hun een begrafenis op de joodse begraafplaats van Assen ontzegd en werden zij beiden bijgezet op de Noorderbegraafplaats, Barend gewikkeld in zijn gebedsmantel. Ze hadden geen kinderen en hun latere jaren werden getekend door veel verdriet. Vele familieleden waren omgekomen in de kampen en constant aanwezig was de angst weer te moeten vluchten, b.v. in de tijd van de ‘koude oorlog’.

Bron: Stichting Noorderbegraafplaats Assen (SNBA) : Echtpaar Soesan Brilleman