Joop Akker

 “Het Zionisme heeft een tweeledige opgave: het moet Palestina voor het Joodse volk veroveren en het moet het Joodse volk voor Palestina winnen. Deze laatste opgave lijkt me veel belangrijker dan de eerste.” Dat waren in 1898 de woorden van Dr. Max Nordau die een jaar eerder samen met Theodor Herzl de World Zionist Organisation had

opgericht om de vestiging van een tehuis voor de Joden in het land Israël tot stand te brengen.

In een lang artikel in de Hadderech van 1952 beschrijft ds. Tabaksblatt hoe moeilijk het vaak was om de Joden in de diaspora warm te krijgen voor het bovenomschreven Zionistische ideaal. Ook laat hij zien hoe er verschillen bleven nadat de Joodse staat een feit was geworden in 1948. Hij eindigt met een tijdloos advies hoe ónze houding als Messiasbelijdende Joden (en niet-Joden) ten opzichte van de staat Israël zou kunnen zijn.
 

Het Zionisme voor de Tweede Wereldoorlog.

Het ‘Palestina-minded’ maken van de Joden ontmoette voor WO-II overal tegenstand. In Oost-Europa, waar de Joden onder zeer moeilijke omstandigheden leefden, was de massa het meest ontvankelijk voor het Zionistische ideaal. Tegenstand kwam echter van de Joodse orthodoxie en van de socialisten, die het Zionisme op de felste wijze bestreden.

Voor de orthodoxen kon alleen de terugkeer van de Messias zorgen voor het opnieuw oprichten van een Joodse staat. De socialisten, verenigd in Der Bund, streefden autonomie voor de Joden in Oost-Europa na.

In West-Europa hoefde het Zionisme voor de oorlog ook niet op veel steun te rekenen. Daar hadden de Joden het maatschappelijk gezien veel beter en velen zagen daarom de noodzaak van een Joodse staat niet in.

Het Zionisme na de Tweede Wereldoorlog

Tabaksblatt: “Maar wat het Zionistisch ideaal alleen niet kon bewerken, heeft zich door de ruwe werkelijkheid op ongedachte wijze voltrokken. Het toenemende antisemitisme en vooral Hitler-Duitsland hebben, behalve de grootste tragedie in de geschiedenis van het Joodse volk, ook nog de onverwachte situatie geschapen dat Palestina (tenminste een deel daarvan) voor het Joodse volk is verkregen. En aan liefhebbers voor emigratie geen gebrek. Het antisemitisme heeft zelfs de meest honkvaste Joden de wandelstaf in de hand gedrukt. Het Jodendom van Europa, Afrika en Azië is in  beweging gekomen. En waar geen land ter wereld deze mensen kan en wil opnemen zijn hun ogen gericht op de staat Israël. Deze neemt ze maar op en ontvangt ze gelijk een moeder haar kinderen ontvangt. En aan moeders tafel is altijd nog een plaatsje open voor een kind dat van de zwerftocht terugkeert. Het gezin schuift een beetje op en uit moeders pot is, hoe schraal ook, altijd wel een hapje over voor het moegezworven kind. Zo blijkt de staat Israël te zijn voor de terugkomende zwervers die aan zijn poorten kloppen. Het gaat niet zonder zuchten en klagen, hoe kan het ook anders. Er is armoede in huis en de woonruimte is beperkt. Maar men schikt zich en men is blij. Men slaat de handen in elkaar en maakt wat er van te maken is. Zo heeft de ruwe werkelijkheid alle theorieën ondersteboven geschopt. Want laten we eerlijk zijn. Wie van ons volk, zelfs van de meest fanatieke Zionisten, heeft durven hopen dat 50 jaar na de oprichting van de Zionistische Organisatie haar ideaal werkelijkheid zou worden. Ja, één was er die het wel had durven dromen: Herzl zelf.”

Dan beschrijft Tabaksblatt de mate waarin de diaspora-Joden de staat Israël anno 1952 steunen. Het Oost-Europese jodendom was door de Tweede Wereldoorlog vrijwel weggevaagd. De overgebleven Joden hadden hun Joodse identiteit onder invloed van het communisme ver weggestopt. De Amerikaanse Joden bleven liever bij de vleespotten van Amerika. En in West-Europa was men verdeeld. Socialistisch ingestelde Joden hadden moeite met de staat Israël, omdat die niet voldeed aan het oude Zionistische ideaal maar een staat was geworden als alle andere. Dit vergelijkt Tabaksblatt met een kip die na 50 jaar een eenden-ei uitbroedt en teleurgesteld op het droge toekijkt hoe het eendje nu zelfstandig aan het zwemmen is. “Hij staat aan de rand van de vijver en ziet met ergernis toe hoe het dartele jonge eendje zomaar durft te zwemmen” en nog wel zijn eigen koers bepaalt. Zijn conclusie is: “Het Zionisme bevindt zich in een crisis!”

Het Zionisme bevindt zich in een crisis!


Messiasbelijdende Joden en de staat Israël.

Tabaksblatt: “Als Messiasbelijdende Joden zijn wij gedwongen deze crisis van terzijde te beschouwen. Een bijdrage leveren om het Zionisme uit de impasse te helpen, kunnen we niet. De schuld ligt niet bij ons. Wij zijn uitgestotenen uit het Joodse maatschappelijk leven. Zelfs het Zionisme, dat geen religieuze maar een politieke beweging is, duldt ons niet in haar rijen.

Maar of het Zionisme uit de crisis geraakt of niet, voor ons blijft één positieve factor: De staat Israël! Die is er, die zal er zijn en voor hem moeten wij ons inzetten met al onze krachten en met al ons vermogen.

Ook met die kracht die wij Messiasbelijdende Joden in het bijzonder moeten kennen: het gebed. Bidden om de vrede van Israël en voor zijn voorspoedige groei. Om wijsheid voor hen die op moeilijke posten staan en voor de regering van Israël. Alsook bij het ontginnen en vruchtbaar maken van de woestijngrond.

Helaas kunnen we aan dit laatste nog niet meedoen. De oude Zionistische vooroordelen spreken hierin nog een woordje mee. Maar in de staat Israël zal het gezonde verstand toch eenmaal zegevieren en ook voor Messiasbelijdende Joden die aan haar poorten aankloppen een plaatsje inruimen. Het is aan ons om te tonen of ons volk – bij het behouden van ons geloof in de Messias – verder in alles op ons kan rekenen.”

Bron: Ds. S.P. Tabaksblatt, "Het zionisme in de crisis", januari 1952.

Dit artikel is afkomstig uit het maandblad Hadderech van februari 2019