Op 7 en 8 september, met Rosj Hasjanah, vangt het nieuwe joodse jaar aan, op 16 september gevolgd door Jom Kippoer, de Grote Verzoendag en Soekkot, het Loofhuttenfeest, dat op 21 september begint.
Moge, na een jaar vol van spanningen, verdriet, zorgen en tegenstellingen, dit nieuwe jaar de ware Sjalom aanbreken, voor Israël en voor ons allen.
Het bestuur van Hadderech


Thea Ornstein

De maand voorafgaand aan het Joodse nieuwjaar heet Elloel en is er een van voorbereiding. Na het dagelijks gebed roept de sjofar tot bekering op en begint men zich al te verplaatsen in de stemming die bij de grote en ontzagwekkende dagen (de periode tussen Rosj Hasjanah en Jom Kippoer) hoort.

Het zijn de dagen van de Selichot, de dagen waarin de gebeden om vergeving worden uitgesproken, voor het ochtendgebed of in de nacht. Heel de last van het jaar wordt in de woorden van deze gebeden gelegd, die pleiten voor de mens in zijn nood en gebrokenheid. En in de stem van het gebed klinkt berouw door.

Bij overdenking van dit alles komt tot de mens nieuwe levensbereidheid: grotere mildheid naar elkaar, waardoor men zich onderling meer verbonden voelt en de wereld er beter gaat uitzien. “Niet ter wille van ons Heer, maar ter wille van Uw trouw en liefde, ter wille van Uw Naam.”

De stemming van de tesjoevah, de terugkeer tot God, maakt zich van de gelovige Jood meester. Wanneer hij gefaald heeft is het aangerichte kwaad ook zijn schuld. Het jodendom kent geen middelaar. De hogepriester in de tempel stond niet tussen God en het volk. Hij was de vertegenwoordiger van het volk, door God aangewezen.

In de Selichotdagen wordt nog meer dan anders aan goede doelen gegeven.

Zoals we zien is dit een intensieve periode van voorbereiding op alles wat komen gaat de volgende maand. Wat een mooie, diepe en waardevolle gedachten spreken er uit deze voorbereiding.

Maar het grote verschil met ons is dat wij al weten van onze Hogepriester, Jezus de Messias. Hij is niet alleen een herder, maar ook een lam. Het lam van God, dat de zonden der wereld wegdraagt, het offerlam dat onze schuld verzoent.

Hij heeft zijn leven voor ons ingezet. De apostel Johannes vertolkt dit mysterie zo: “hierin is de liefde, niet dat wij God liefgehad hebben, maar dat Hij ons heeft liefgehad en Zijn Zoon heeft gezonden als een verzoening voor onze zonden”.

En even verder: “En als iemand gezondigd heeft, wij hebben een voorspraak bij de  Vader, Jezus Christus, de rechtvaardige; en Hij is een verzoening voor onze zonden en niet alleen voor de onze, maar ook voor die der gehele wereld.”

Wat een bemoediging voor ons, die dit zeker mogen weten!

 

Dit artikel is afkomstig uit het maandblad Hadderech van september 2021