Thea Ornstein

Nadenkend over een opening voor ons samenzijn vandaag wil ik in het kader van ons thema voor het komend verenigingsjaar over onze identiteit als Messiasbelijdende Joden en niet-Joden proberen iets te zeggen over de identiteit van de Messias.

Wie zegt hij zelf wie hij is en wat betekenen deze uitspraken voor het Joodse volk en de heidenvolken? We vinden ze allen, zeven in getal, in het Bijbelboek Johannes dat geschreven is omstreeks honderd jaar na Christus.

De eerste vinden we in hoofdstuk 6:35: “Ik ben het brood des levens; wie tot Mij komt zal nimmermeer hongeren en wie in Mij gelooft, zal nimmermeer dorsten.”

In vers 48 herhaalt Jezus deze uitspraak: “Ik ben het brood des levens. Uw vaderen hebben in de woestijn het manna gegeten en zij zijn gestorven; dit is het brood dat uit de hemel nederdaalt, opdat wie ervan eet niet zal sterven. Ik ben het levende brood, dat uit de hemel nedergedaald is. Indien iemand van dit brood eet, hij zal in eeuwigheid leven; en het brood, dat ik geven zal, is mijn vlees, voor het leven der wereld.”

In hoofdstuk 8:12 staat: “Ik ben het licht der wereld. Wie mij volgt zal nimmer in de duisternis wandelen, maar hij zal het licht des levens hebben.”

En in hoofdstuk 12: 46 lezen we: “Ik ben als een licht in de wereld gekomen, opdat een ieder die in Mij gelooft niet in de duisternis blijve.”

Vervolgens in hoofdstuk 10: 7-9:

“Ik ben de deur der schapen. Allen die vòòr mij gekomen zijn, zijn dieven en rovers, maar de schapen hebben naar hen niet gehoord. Ik ben de deur, als iemand door Mij binnenkomt zal hij behouden worden; en hij zal ingaan en uitgaan en weide vinden.”

En verderop in vs. 11 en 12: “Ik ben de goede herder, de goede herder zet zijn leven in voor zijn schapen.”

In hoofdstuk 14: 6 Zegt Jezus: “Ik ben de weg en de waarheid en het leven; niemand komt tot de Vader dan door Mij.”

Als laatste, in hoofdstuk 15: 1 en 2:

“Ik ben de ware wijnstok en mijn Vader is de landman. Elke rank aan Mij die geen vrucht draagt, neemt Hij weg, en elke die wel vrucht draagt, snoeit Hij, opdat zij meer vrucht drage.”

Jezus gebruikt steeds dezelfde term in dezelfde uitspraken over zichzelf. In alle zeven combineert Hij “Ik ben” met overweldigende metaforen die Zijn reddende band met Zijn volk en de wereld tot uitdrukking willen brengen. Met de uitspraken 'Ik ben' stelde Hij zichzelf gelijk met de titel die God zichzelf gaf in Ex 3:14, waar staat: “Ik ben die Ik ben.” Waarom gebruikt Jezus deze metaforen en wat wordt er mee bedoeld?

Allen hebben ze een diepe betekenis en zijn niet zo maar gekozen. Het zijn beelden die dichtbij de mensen stonden van die tijd en hierdoor dichtbij de mensen komt.

Samen vormen ze een geheel en laten ons zien wat we nodig hebben voor onze redding en verlossing. Als we ons aan of met Hem verbinden worden we een eenheid die ons naar de Vader leidt waardoor we een onlosmakelijk geheel vormen. Als we in Hem blijven en in Zijn woorden, wordt hierin de Vader verheerlijkt, dragen wij vrucht en zijn wij Zijn discipelen zegt Hij. Dat is wat Hij wil, dat we Zijn navolgers zullen zijn. Gaan op Zijn weg, de weg van de waarheid en het van het leven.

Eigenlijk kunnen we die drie woorden van Jezus ook in een uitspraak samenvatten: Ik ben de ware levensweg. Te midden van veel uitspraken van religies staat dit woord van Jezus: “Ik ben de weg, de waarheid en het leven, niemand komt tot de Vader dan door Mij.” Als we de Vader willen leren kennen moeten we bij hem zijn. Hij de ware levensweg; Hadderech! Hij brengt ons bij de God van Abraham, Izaäk en Jacob, die Zijn beelddrager heeft gezonden: de Zoon, sprekend Zijn vader, Jezus Messias. Hij zegt: “Wie Mij gezien heeft, heeft de Vader gezien. Ik en de Vader zijn een.”

In alle godsdiensten worden de goden vereerd en zijn wij mensen er om hen te dienen. Hier is het precies omgekeerd. Jezus zegt: “Ik ben niet gekomen om gediend te worden maar om te dienen.” En zo gaan we van de weeromstuit Hem dienen.

Op die weg kan en moet ons leven een getuigenis zijn voor Israël en de volken, de gojiem, tot Zijn wederkomst. We mogen leven uit de stellige verwachting dat het komt: Zijn Koninkrijk, in volle rijkdom en heerlijkheid. En dan, in het nieuwe Jeruzalem, zijn geloof en hoop verleden tijd. Maar de liefde zal alles zijn in allen, want God, de Getrouwe, is liefde. Dat geeft ons hoop en zekerheid.

Het bovenstaande heeft onze voorzitter uitgesproken ter gelegenheid van de Algemene Ledenvergadering van Hadderech, oktober 2015, en stond in het novembernummer 2015.