Abram Poljak

Het Pinksterfeest is weer in aantocht en nu is het de vraag: Denken we alleen aan de Heilige Geest die 2000 jaar geleden op de gemeente te Jeruzalem werd uitgestort? Of ook aan de Heilige Geest van vandaag en in ons midden? En hebben wij Hem?
Op deze vraag zullen velen snel en opgewekt antwoorden: Wij hebben Hem! We hebben de geestesdoop ontvangen, want wij profeteren, spreken in tongen etc..
Maar is dit een geldig bewijs? Niet altijd. Een ontroering, een geestelijke ervaring, een inzicht, het spreken in tongen. Dat zijn inderdaad gaven van de Heilige Geest. Maar een gave is niet de Gever, het is slechts een deel van het geheel. En op de Gever komt het aan, op de volheid.

 
 
 
Koning Saul, een schip op het strand

De gaven van de Heilige Geest kunnen ons zelfs noodlottig worden wanneer we ze niet op de juiste wijze gebruiken. Denk maar aan koning Saul. Was hij niet een vriendelijk en ootmoedig mens voordat hij de troon besteeg? Door God verkozen tot koning en door de profeet Samuel gezalfd. Maar nauwelijks voelde hij de kroon op Deel van schilderij David en Saul van Ernst Josephson (1851-1906), de Zweedse Rembrantzijn hoofd of het steeg hem naar het hoofd. Hij werd hoogmoedig en boosaardig, in staat tot elke misdaad. Tot God zich van hem terugtrok, en hij, overgeleverd aan de machten der duisternis, zijn leven en koninkrijk kwijtraakte.Precies zo worden vandaag de dag mensen door God verhoogd en door de Heilige Geest met gaven uitgerust. Maar velen misbruiken die gaven en stellen ze in dienst van het eigen ik, van hun winstbejag, hun eerzucht of hun ijdelheid. Totdat een ellendig einde hen treft, op deze wereld of de toekomende.

 

Liefde, de grootste gave

De kracht van het geloof die ons bergen doet verzetten, de gave van het woord, van profetie en alle andere gaven van de Geest zijn goed, maar worden ons noodlottig wanneer ze op zichzelf blijven en niet gekroond worden met de Liefde. In de Liefde is de volheid van de Heilige Geest en is God zelf.
Op deze kroon komt het aan. En deze bepaalt of wij verheven worden tot het kindschap van God zoals koning David, of in diepe duisternis wegzinken zoals koning Saul. Beiden waren door God tot de troon omhooggeheven. Maar alleen David kon tegen het einde van zijn leven zeggen: “Hij heeft mij een eeuwig verbond gesteld, in alles geordend en bewaard. Voorzeker, daarin is al mijn heil en al mijn vreugde (2 Sam. 23:5).”

 

Paulus en de gaven van de Geest

Paulus bezat alle gaven van de Heilige Geest. Hij waardeerde die zeer en beval de gemeenten aan naar hen te streven (1 Kor. 14:39). Maar in dezelfde brief schrijft hij ook:
“Al zou ik de talen van de mensen en van de engelen spreken, maar ik had de liefde niet, dan zou ik klinkend koper of een schallende cimbaal zijn geworden. En al zou ik de gave van de profetie hebben en alle geheimenissen weten en alle kennis bezitten, en al zou ik al het geloof hebben zodat ik bergen zou verzetten, maar ik had de liefde niet, dan was ik niets.”
Beseffen we wel wat Paulus, de grote prediker van het geloof, hier zegt? Hij verklaart het geloof waardeloos wanneer die niet met de Liefde verbonden is!
Paulus wil geen deel maar het geheel. Hij wil niet alleen de gaven maar ook de Gever. Hij wil God zelf, maar die is alleen in de Liefde te vinden. En alleen degene die in de Liefde blijft, blijft in God en God in hem (1 Joh. 4:16).

Zelfonderzoek

Wat Liefde is, hoe ze zich aandient, hoe ze te herkennen is, laat Paulus overduidelijk in de Corinthebrief zien:
“De Liefde is geduldig, ze is vriendelijk en niet jaloers. Ze zoekt niet haar eigen belang en wordt niet verbitterd. Ze vergeeft, gelooft, hoopt en verdraagt …”

Laten we daarom onszelf onderzoeken, deze pinksterdagen. En laten we nagaan of er in ons hart nog sporen van boosheid, duisternis, haat, toorn, verbittering of afgunst werkzaam zijn.
En laten we ons uitstrekken naar de hoogste van alle gaven van de Geest en naar de gave waarin de Gever zelf aanwezig is, naar de Liefde. Laten we onophoudelijk bidden dat God ons stenen hart wegneemt en vervangt door een hart vol vrede en rust. Een liefdevol en begrijpend hart, dat vol van kracht heer en meester is over het leven, en de problemen ervan vriendelijk en vol wijsheid oplost.
“Want de hoop beschaamt niet, omdat de liefde van God in onze harten uitgestort is door de Heilige Geest, Die ons gegeven is (Rom. 5:5).”

Over de schrijver

Abram (Bram) Poljak (1900–1963) werd in de Oekraïne geboren en groeide op in een orthodox-joods milieu. Als muzikaal wonderkind speelde Poljak voor de Tsaar op achtjarige leeftijd.
Nog een jongeman verhuisde hij naar Duitsland om er te werken als journalist. De boeken van Leo Tolstoi brachten hem tot het geloof in Jesjoea.
Na een wonderbaarlijke vrijlating uit een Nazi-gevangenis emigreerde hij naar Israël tussen de beide wereldoorlogen en droeg hij bij aan de ontwikkeling van de 20e-eeuwse Messiaanse beweging in Israël en daarbuiten.

Bron: http://vineofdavid.org/remnant-repository van Joseph Shulam.

Dit artikel is afkomstig uit het maandblad Hadderech van juni 2017