Alec Goldberg
Als Russische Jood had ik vóór de tijden van glasnost (openheid) zelfs niet eens gehoord van Chanoeka. Hoewel mijn beide ouders Joods waren, kenden ze de betekenis van Pesach niet, laat staan dat ze iets wisten van de minder belangrijke Joodse feesten. Het was in de voormalige Sovjetrepubliek geen optie om in God te geloven en daarvoor openlijk uit te komen. In elk geval niet als je hoopte op een goede baan en sociale status.
Voordat de perestrojka (hervormingspolitiek) van Gorbatsjov in werking trad, was het enige winterfeest Nieuwjaar, ‘Noviy god’ genoemd.
Natuurlijk waren er mensen die op 7 januari Kerstfeest vierden, ‘Rozhdestvo’. Zij die het serieus namen, gingen de avond ervoor naar de kerk, een bouwsel met een uivormig koepeldak. Maar er waren slechts weinig van deze mensen en ik als Jood zou zelfs niet hebben overwogen met hen mee te gaan. Het was tenslotte zo dat wij Joden hun Christus gedood hadden. Velen van hen geloofden dit werkelijk en zouden niet aarzelen me dit te vertellen als ze dronken of boos waren.
Nu snel naar de eerste jaren van Poetin. In die tijd emigreerde ik naar Israël, en kort daarna aanvaardde ik in dit nieuwe land een Messiaans-Joodse identiteit. Ik vroeg me af welke feesten ik zou gaan vieren, nu ik niet langer een Jood in Rusland was, die niet gelooft in iets ‘hogers’, maar een Israëlische Messiaanse Jood. ‘Noviy god’ was echt geen optie, redeneerde ik: het is een seculier feest. Bovendien verlangde ik ernaar om als Jood nu de Joodse kalender te volgen, een kalender waar nota bene al vier Nieuwjaarsvieringen op staan; een vijfde was volstrekt overbodig.
Ik waardeerde de Joodse geschiedenis en traditie. Daarom was het voor mij belangrijk om Chanoeka te vieren. Als gelovige in de Messias Jesjoea overwoog ik ook Kerstfeest. Maar zou ik beide kunnen vieren? De gebruiken bij het vieren van Christus’ geboorte zien de meeste Messiaanse Joden als oorspronkelijk heidens. Om die reden vieren de meesten van ons geen Kerstfeest. Maar, redeneerde ik, als we beseffen dat we in werkelijkheid de geboorte van de Messias vieren, kan Kerstfeest feitelijk gezien worden als een Joods feest. Dus waarom geen Kerstfeest vieren?
Gedurende mijn eerste paar jaar in Israël kwamen elk jaar in december deze gedachten weer bij me op. Er kwam nog iets nieuws bij dit dilemma. Ik moest beslissen wat ik mijn jonge in Israël geboren dochter zou moeten vertellen. Zij weet niets over heidendom of het ‘scheiden van de wegen’ van Jood en heiden, en bijna helemaal niets over de Russische cultuur. En dan vraagt ze: “Pap, ik wil dit jaar een kerstboom - het is zo gezellig als ‘tie verlicht is met gekleurde ballen! Alsjeblieft, pap, a-l-s-j-e-b-l-i-e-f-t, kunnen we er eentje krijgen?”
Ook kreeg de hele mix van overwegingen onlangs een nieuwe draai. Of liever: een oude! Ik hoorde onlangs over een nieuwe Israëlische culturele trend: de viering van een nieuw winterfeest. Raad eens hoe die heet? Het is Russisch van oorsprong. Deze laatste Israëlische viering op de Gregoriaanse kalender heet: ‘Noviy god’. Zo genoemd door niet alleen mijn Russisch sprekende mede-immigranten, maar ook door hier geboren Israëli’s.
Wat betekent dit allemaal? Identiteiten zijn lastig, en ontwikkelen zich langs grillige wegen. Soms op een wijze die grilliger is dan we zouden wensen. Maar is dit niet hoe het leven in het algemeen gesproken in elkaar steekt?
Alec Goldberg is Israël-directeur bij het Caspari Centrum in Jeruzalem. Dit artikel is op 16 december 2019 gepubliceerd op: Caspari website.
Vertaling: Evelien van Dis
Dit artikel is afkomstig uit het maandblad Hadderech van december 2020