Siegfried B. Stranders


Advocaat in ruste, de jongste broer van, schrijver van een boek over het proces Demjanjuk: “Vanaf dag één was ik erbij, een heel boeiende ervaring.” Aan het woord is Hadderech-lid Siegfried Bernhard Stranders.
 

Communicerende vaten

Ik heb noch een Joodse noch een christelijke opvoeding gehad. Het feit dat ik geen Joodse opvoeding heb gehad, heb ik altijd als een gemis ervaren. Mijn ouders waren al voor mijn geboorte in 1948 tot geloof gekomen.

Ze gingen wel af en toe naar een kerk en nodigden ook wel mensen bij ons thuis uit om te spreken. Maar wij als kinderen werden daar niet bij betrokken en werden vrijgelaten in onze keuzes.

Mijn vader heette ook Siegfried en was niet zo spraakzaam over zijn geloof. Mijn moeder, Catharina Vogel, was het tegenovergestelde en sprak veel over haar geloof. Ze waren een soort communicerende vaten. Maar ondanks de grote verschillen zijn ze 56 jaar gelukkig getrouwd geweest.

 

Mijn vader kwam uit een orhodox-Joodse familie. Hij vertelde me over hoe het vroeger thuis bij hem op sjabbat en in sjoel eraan toe was gegaan en 

nam mij mee naar sjoel toen ik 18 jaar was, om mij antwoorden te laten vinden op de identiteitsvragen die ik toen had. Zelf ging hij niet meer, waarschijnlijk als een reactie op zijn strenge opvoeding. Hij was heel veel op reis voor zijn werk. Vanaf de oprichting van de HEMA in 1926 heeft hij daar 45 jaar gewerkt en klom hij op tot directielid.

In tegenstelling tot mijn vader kwam mijn moeder uit een socialistisch, geassimileerd gezin.

Ik ben de jongste van vier kinderen. Hanna was de oudste. Mijn oudste broer Rolf is bij Wim Malgo in Zwitserland tot geloof gekomen. Mijn middelste broer is de enige uit het gezin die de Messias niet heeft aangenomen en is aangesloten bij de LJG in Amsterdam.

Boek over Demjanjuk

Bij ons thuis werd er vrijwel niet over de Tweede Wereldoorlog gesproken tenzij we er zelf om vroegen. Net zoals veel andere Joden die de oorlog hadden meegemaakt droegen ze de oorlog met zich mee; ze droegen hem niet uit.

In 2008 las ik in het Parool over de aanhouding van Demjanjuk, een oorlogsmisdadiger die in Sobibor zou zijn geweest. Aangezien daar tenminste 21 familieleden van mij zijn omgebracht, nam ik me voor om bij een eventueel proces aanwezig te zijn en er over te schrijven.

In 2009 werd hij berecht in München. Namens het Auschwitz-comité ben ik ernaar toe gegaan en heb ik er artikelen en een boek over geschreven.

Het einde van het antisemitisme

Naar mijn mening heeft het antisemitisme een Bijbelse oorsprong en ik meen dat er ook een Bijbelse oplossing voor is. In antisemitisme zit het Hebreeuwse woord hashem, de naam. Shem was een van de drie zonen van Noach, en was de voorvader van Abraham waaruit de Joden zijn voortgekomen. God zette Shem apart van de andere zonen van Noach van wie niet wordt gezegd dat zij waren uitgekozen en dat God bij hen zou wonen. Dat heeft tot vijandschap geleid en bij hen een anti-Shem-houding teweeggebracht.

Maar God heeft de Joden niet uitgekozen omdat ze beter zouden zijn maar om hen zijn wetten en voorschriften te geven waarnaar ze zouden leven. Dat noem ik positieve discriminatie. Wat de Joden de eeuwen door is aangedaan noem ik negatieve discriminatie. Het antisemitisme zal ophouden te bestaan als Jesjoea de wereldmachten zal hebben vernietigd en Hij zal wonen bij alle volken in Jeruzalem (Op. 21:3).

Bekering in Israël

Om antwoorden te vinden op vragen als ‘wie ben ik als Jood?̕ en ‘wie is Jezus en wat betekent dat voor mij?̕  onderbrak ik op mijn 21e jaar mijn rechtenstudie en ging naar Israël.

Van Hanna had ik een aantal adressen gekregen waaronder dat van Jan Willem van der Hoeven aan wie ik mijn vragen stelde. Hij kon me heel goed begrijpen en legde uit hoe ik antwoorden op mijn vragen kon krijgen. Hij leerde me ook dat ik aan God kon voorleggen waar ik mee zat.

Zijn advies heb ik opgevolgd. Kort daarna vielen me de schellen van de ogen. Na terugkeer in Nederland zocht ik naar een plaats en naar mensen die me in geestelijk opzicht verder konden helpen. Dat werd de Reddingsark in Baarn van broeder Braaksma. Daar ben ik jaren geweest en ik heb daar heel veel geleerd. Er kwamen daar ook andere Joodse mensen.

 

Jesjoea is voor mij geen theorie

Mijn relatie met de Messias Jesjoea is heel persoonlijk. Ik heb Hem gevonden en Hij heeft mij uitgekozen, ik ben geroepen. En wel met een bedoeling, namelijk om Hem te dienen. Door het gebed, door Bijbel te lezen, door me open te stellen voor Hem en voor Zijn Roeach krijg ik de kracht Hem te volgen. Dat geldt voor iedereen die gelooft en tot wedergeboorte is gekomen. Lees maar wat Paulus zegt in 2 Cor. 5:15.

Jood gebleven

Het feit dat ik in Jesjoea geloof betekent niet dat ik christen ben geworden en geen Jood meer ben. Jezus heeft mij een volledige Jood gemaakt. Het geboren worden als Jood doet je niet het eeuwig leven beërven, want dat geeft alleen Jesjoea.

Als je het de Joden zou vragen, dan gelooft het merendeel van hen niet dat het leven na hun dood verder gaat. Dát is het grote verschil met ons Messiasbelijdende Joden. Wij hebben Jezus als verlosser. Doordat we in Hem geloven weten we dat er een leven na de dood is. Want hij die geschreven staat in het Boek des Levens is behouden en zal mede-erfgenaam met Jezus zijn en priester in het koninkrijk van God.

Van oleh chadasj terug naar Nederland

Mijn ouders hebben in 1980 tot hun dood als semi-oliem chadasjiem in Israël gewoond. Zes à zeven maanden per jaar waren ze daar en de rest van de tijd in Nederland. Ik ben er ontelbare keren geweest om hen te bezoeken.

In de tachtiger jaren van de vorige eeuw ben ik ook als oleh chadasj (nieuwe immigrant) naar Israël gegaan. Naast het gewone Hebreeuws heb ik ook juridisch Hebreeuws gestudeerd om als advocaat te kunnen werken. Maar na tweeënhalf jaar kwam ik tot de slotsom dat ik niet uit het Israëlische hout gesneden ben. Het was geen land voor mij om blijvend te wonen maar ik heb het wel ervaren als een fijne en leerzame periode.

Ik heb tussen de 30 en 35 jaar gewerkt als advocaat en later als jurist bij het ministerie van LNV en VROM. Als gevolg van een slijmbeursontsteking en artrose kon ik dit werk niet meer doen. Vanaf 2012 werk ik bij de Hogeschool van Amsterdam. Ik geef daar individueel les en begeleid studenten bij het vak rechtspraktijk.

De Tachtigers

 Ik heb een aantal hobby’s. Ik lees veel: o.a. boeken over Israël en de Bijbel. Lezen verrijkt mijn geest en geeft me rust. Ik verzamel ook boeken, voornamelijk Nederlandse literatuur van 1870 tot 1910, de periode van de tachtigers. Wat mij boeit zijn de uitgaven met bijzondere banden. Veel boeken van Couperus bijvoorbeeld zijn uitgevoerd in prachtige art nouveau- en art deco-banden. Wat muziek betreft heb ik een brede smaak. Ik houd van klassiek zowel als van jazz. Om in conditie te blijven fiets en wandel ik veel. Vroeger deed ik ook aan hockey, tennis, basketball en heel vroeger heb ik gevoetbald.

Tweede natuur

Bijbels gezien is Israël mijn tweede natuur geworden. Bijna alles wat in Israël gebeurt is een vervulling van Bijbelse beloften. Daar kan niemand omheen. De eindtijd waarin we nu leven is zeer bijzonder omdat -zoals de Bijbel zegt- God zich weer met Zijn volk bezighoudt.

Jeruzalem wordt nòg door de heidenen vertreden, totdat de volheid der heidenen vervuld is.

Dat is het moment dat God heeft bepaald waarop de laatste persoon tot de gemeente is toegetreden. Dat is het goddelijke totdat.

We gaan er snel naar toe dat Jezus voor de gelovigen terugkomt en dat God zich weer wendt tot het volk Israël. Dat zijn twee zijden van dezelfde medaille.

In Matth. 24:32 wordt gesproken over de vijgenboom die weer gaat uitbotten. Als je dit vergelijkt met andere Bijbelgedeelten dan weten we dat het hier over Israël gaat en het volk en land van Israël die weer hersteld zullen worden. Het is je kop in het zand steken als je niet ziet dat dit in 1948 gebeurd is. De kerk erkent dit niet en plaatst zichzelf in de positie van Israël, waardoor ze hopeloos in de knoei komt en niet weet of en hoe de Bijbelse profetieën werkelijkheid worden.

In november 2017 is het 70 jaar geleden dat Israël toetrad tot de VN en als staat erkend werd. De Babylonische ballingschap duurde ook 70 jaar. Het zou best eens kunnen dat er dan in Israël iets bijzonders gaat gebeuren …

Dit artikel stond in het maandblad Hadderech van juni en juli/augustus 2016.