Het United Nations Relief and Works Agency for Palestine Refugees in the Near East (UNRWA) is een unieke organisatie. Het is het enige VN-orgaan dat zich specifiek met één categorie vluchtelingen bezighoudt, namelijk de groep Arabieren die in 1948 ten tijde van de Israëlische onafhankelijkheidsoorlog op drift is geraakt. Tijdens die oorlog zijn over en weer wreedheden begaan, maar vergeleken met de wreedheden tijdens de afscheiding van Pakistan van India – ook in 1948 – gaat het om peanuts.

Honderdduizend Arabieren ontvluchtten hun dorp, raakten op drift en zochten buiten de oorlogsgebieden een veilig heenkomen. Zij rekenden erop dat zij na het einde van de gevechten konden terugkeren. De Joden zouden worden afgemaakt, zo beloofden de Arabische leiders, en de Joodse bezittingen, die toen al aanmerkelijk waren, konden worden ingepikt. Voor die op drift geraakte mensen werd in 1949 het UNRWA opgericht. De ontheemde moslims en hindoes van India en Pakistan moesten het met de algemene hulporganisaties doen, deze Arabieren kregen hun eigen agentschap. En dat bestaat tot op de dag van vandaag, ook al zijn er nog maar heel weinig oorspronkelijke vluchtelingen in leven, naar schatting tussen twintig- en dertigduizend. Geen enkele andere groep die ooit ontheemd is geraakt, wordt op deze manier behandeld.

De term ‘vluchteling’ wordt dus geërfd.

De term ‘vluchteling’ wordt dus geërfd. Dat geldt absoluut niet voor de nakomelingen van de twaalf miljoen etnische Duitsers die na de Tweede Wereldoorlog uit hun woongebieden in Midden- en Oost-Europa zijn verdreven. Ook niet voor de vluchtelingen uit nazi-Duitsland.

Uit de Arabische landen, die zo goed als ’judenrein’ zijn, zijn ongeveer net zoveel Joden gevlucht als er Arabieren op drift zijn geraakt tijdens de oorlog van 1948. Niemand zal het in zijn hoofd halen om een beroep te doen op de internationale gemeenschap voor voedsel of onderwijs. Velen van hen dromen van een bezoek aan Bagdad of Aleppo of Teheran, maar niemand is zo gek om van een ‘recht op terugkeer’ te spreken.

Het UNRWA voorziet in directe behoeften als voedsel, gezondheidszorg, onderwijs, en daarvoor hoeven ‘Palestijnse vluchtelingen’ niet te betalen. Dat doet de internationale gemeenschap. Zo kweek je een schizofreen volk. Althans ten dele. Er zijn steden op de Westelijke Jordaanoever en wijken in Gaza, die volop deelnemen aan vooruitgang en welvaart, maar er zijn nog steeds vele Palestijnen die hun leven kunnen inrichten, geholpen door het UNRWA, op het uitoefenen van geweld omdat Israël vernietigd moet worden.

Bron: Palestijnse illusie in stand gehouden, De Telegraaf 4 september 2018 door Leon de Winter.