Alfred Edersheim
Dat de Messias in Bethlehem geboren zou worden was helemaal in overeenstemming met de Oudtestamentische voorzegging in Micha 5:2 en ook de overtuiging van de rabbi’s. Maar niets druiste meer in tegen de Joodse geest dan de omstandigheden die er de oorzaak van waren: Een volkstelling, nog wel op bevel van een heidense keizer en uitgevoerd door de zo gehate Herodes. Overeenkomstig de Joodse manier van registratie moest het volk zich laten inschrijven, stamgewijs en familiegewijs en een ieder in zijn eigen stad. Voor Jozef en Maria, die wisten dat ze van koning David afstamden, was het daarom niet meer dan vanzelfsprekend om naar Bethlehem te gaan.
Het is goed mogelijk dat Jozef en Maria blij waren Nazareth te kunnen verlaten, in de hoop zich in Bethlehem te kunnen vestigen. Verderop in het verhaal lezen we immers dat ze in Bethlehem in een huis verbleven en God hen tijdens hun verblijf in Egypte moest waarschuwen niet naar Bethlehem terug te keren (Matth. 2:11 en 22).
Aankomst in Bethlehem
De korte winterdag liep ten einde toen de twee reizigers uit Nazareth het einddoel naderden. De weg was lang en vermoeiend geweest. Waarschijnlijk hadden ze de gebruikelijke omweg gekozen via de oostelijke Jordaanoever en de doorwaadbare plaatsen bij Jericho, om niet door Samaria te hoeven gaan.
De details van hun aankomst in Bethlehem en de stal waar ze hun intrek namen worden niet verteld. Naarmate de geschiedenis vordert zullen alleen maar meer bijzonderheden weggelaten worden. De Evangeliën zijn immers niet geschreven als een biografie van Jezus maar hebben dit tweevoudige oogmerk:
Opdat u gelooft dat Jezus de Messias is en opdat u, door te geloven, het leven zult hebben in zijn Naam (Joh. 20:31).
Het enige dat verteld wordt, is dat Maria haar eerstgeboren zoon baarde, hem in doeken wikkelde en in een voerbak legde.
De herders
Maar wanneer we de stal uitgaan, de stille verlaten nacht in, komt deze tot leven door herders en stemmen vanuit de hemel. De Joodse traditie kan hier ons verstand verlichten: Dat de Messias in Bethlehem geboren zou worden, stond vast. Dat gold ook voor de overtuiging dat hij geopenbaard zou worden vanaf Migdal Eder (de toren van de kudde). Migdal Eder, vlakbij Bethlehem en bij de weg naar Jeruzalem, was geen gewone wachttoren. Een passage in de Misjna laat zien dat de kudden die daar geweid werden waarschijnlijk bestemd waren voor de tempeloffers. Deze herders waren dus geen gewone herders. De laatstgenoemden waren in de ban gedaan vanwege hun manier van leven en hun noodzakelijke onthouding van religieuze verplichtingen. Dezelfde Misjna-passage laat zien dat deze kudden daar het hele jaar door lagen. Het was dus in die winternacht dat herders de wacht hielden over hun kudden, die bestemd waren voor de offerdiensten, precies op de plek waar volgens de traditie de Messias als eerste geopenbaard zou worden.
De engelen
En plotseling was daar de lang uitgestelde, onverwachte aankondiging. Een engel stond voor hun verblinde ogen, terwijl de heerlijkheid van de Heere hen leek te omhullen als een lichtmantel. Verbazing, ontzag en angst veranderden in rust en verwachting toen ze van de engel hoorden dat wat ze zagen geen voorbode was van een naderend oordeel. Integendeel. Het luidde voor het wachtende Israël grote vreugde in, de goede tijding dat de lang beloofde Redder, Messias en Heer geboren was in de stad van David. En zij mochten hem gaan zien en zouden hem herkennen door de nederigheid die zijn geboorte omgaf. Het was alsof aandachtig luisterende engelen dit signaal hadden afgewacht. Toen de boodschapper-engel uitgesproken was, kwamen ze in een grote menigte naderbij om de blijde boodschap te bezingen:
Eer zij aan God, in de hoogste hemelen, en vrede op aarde, in mensen een welbehagen (HSV)?
Slechts één keer eerder hadden sterflijke oren engelenzang gehoord. Dat was toen Jesaja in een fascinerend visioen de tempel in de hemel geopend zag en de heerlijkheid van de Heere zich had uitgebreid over zijn vertrekken waardoor de dorpelposten het bijna begaven. Tóen hadden de engelen de komst van het Koninkrijk aangekondigd en nú was de Koning gekomen.
De verspreiding van het goede nieuws
De herders haastten zich langs de terrassen omhoog naar Bethlehem. Daar vonden ze misschien niet wat ze hadden verwacht, maar wel wat hen was verteld: de moeder, de timmerman uit Nazareth, en de baby, gelegd in een voerbak. Wat er verder gebeurde is niet bekend, behalve dat ze aan iedereen vertelden wat ze gehoord en gezien hadden; waarschijnlijk ook in de tempel, waar ze hun kudden zouden brengen. Zo bereidden ze een Simeon en een Anna en een ieder die uitzag naar de verlossing van Israël voor op zijn komst.
Bewerkt naar: Alfred Edersheim, The Life and Times of Jesus the Messiah, vereenvoudigde uitgave.
Dit artikel is afkomstig uit het maandblad Hadderech van december 2019