John Griffioen

In zijn gezellige huiskamer, vol met Joodse voorwerpen en Israëlische wandbordjes, bezocht ik John Griffioen, zoon van ons helaas overleden lid Irene Griffioen-Fisher. Hieronder stelt hij zichzelf voor (T.O.).

Mijn naam is John Griffioen. Ik ben geboren in 1955 en heb nog een oudere zus en broer. Ik heb een streng christelijk-gereformeerde opvoeding gehad. Mijn moeder was Joods maar hield zich meer op de achtergrond. Het Joodse kwam niet zo ter sprake. Wel gingen we iedere zomer zes weken naar haar familie in Engeland op vakantie, naar mijn opa en oma, en mijn tante in Londen, waar we vaak logeerden. Zij deden niet zoveel aan het Joodse geloof en gingen niet naar de synagoge. Wél hielden ze zich aan de feestdagen.

 

Bekering

In 1979 trouwde ik met Ciska. We kregen een zoon en een dochter. Ergens wist ik wel dat er een God was maar we leefden in die tijd een beetje zonder God.

Van 1974 tot 2000 heb ik gevaren en het was geloof ik 1986 toen ik tot geloof kwam. Ik was `s nachts tussen de kade en het schip in het ijskoude water gevallen. Het was alsof in een flits een film van m’n leven voorbijkwam; alle dingen die ik verkeerd had gedaan. Het leek of een hand me door de snelstromende rivier naar de scheepstrap leidde. Toen ik de volgende morgen wakker werd stond er een Schotse pater voor m’n deur. Door hem kreeg ik contact met iemand van het zeemanshuis in Nederland. Die sprak met mij over het boek Openbaring. Toen ben ik ook de profetieën gaan lezen en later met mijn vrouw de hele Bijbel. We kwamen tot geloof, en mijn vrouw en kinderen werden gedoopt. Achteraf denk ik dat ik in m’n nekvel gegrepen ben door Christus, die als het ware tegen me zei: “Voortaan bepaal je niet zelf meer wat je doet maar nú ga je míj volgen en doen wat ík je zeg.”
De Messias betekent alles voor mij. Ik heb me overgegeven aan hem en hij stuurt mijn leven. Hij is mijn Heiland, mijn Zaligmaker. Ik heb het eeuwige leven, door hem! In de liefde die hij geeft mogen we wandelen en dingen doen. Hij is eigenlijk mijn hele leven geworden.

Joodse identiteit

Na de dood van mijn vrouw, zes jaar geleden, zat ik regelmatig op YouTube en opeens bevond ik me in een Israëlische worship van de King of Kings-gemeente in Jeruzalem. Dat sprak me heel erg aan en ik ging er veel naar luisteren. Daarna ben ik online

Tekst op Johns scooter: Mijn baas is een Joodse timmerman.

Hebreeuws gaan leren en ik ben inmiddels al een aardig eindje gevorderd. Op aanraden van mijn broer, die een vergelijkbaar proces had doorgemaakt, ben ik toen naar Israël gegaan. En eerlijk gezegd voel ik me inmiddels meer Joods dan Nederlander. Ik volg het Israëlische nieuws ook meer dan het Nederlandse.

Door mijn moeder ben ik bij Hadderech gekomen en dat bevalt goed. Vooral de Pesachvieringen. Ook ga ik naar de Messiaanse gemeente Benee Awraham in Soest en ben ik lid van de gemeente Thousand Hills in Hilversum. Ik ben blij dat ze daar steeds meer oog voor Israël krijgen en bijvoorbeeld samenwerken met de Messiaanse gemeente Beth Hallel in Ashdod.

Eerst dacht ik dat ik na mijn pensioen, over acht maanden, naar Israël zou emigreren maar ik heb sinds een jaar een Surinaamse vriendin. Dus ik zit nu veel in Suriname. Maar Israël blijft nummer één. Ik weet het dus nog niet maar God weet het wél. Hij zal me wel ergens heen sturen. Daar ben ik diep van overtuigd.

 

Dit artikel is afkomstig uit het maandblad Hadderech van juli-augustus 2020