Raúl Ezechiels

Ik heb een fijne jeugd gehad in Suriname. Mijn vader is een geassimileerde Jood van linkse signatuur, die in het onderwijs actief was. Mijn moeder was werkzaam bij de evenknie van de Rutgers Stichting. Zij is creools-indiaans en katholiek.

Van het jodendom en het katholicisme heb ik van huis uit niets meegekregen, omdat mijn vader wars is van religie.

Joodse identiteit

Als gevolg van de economische malaise en politieke onrust in de jaren negentig zochten veel Surinamers hun heil in het buitenland; ik koos voor Nederland. Tijdens mijn studie aan de universiteit kreeg ik interesse in het jodendom. Zodoende ging ik naar shul op Shabbat. Daar leerde ik de ins en outs van Shabbat. Cultuur opsnuiven deed ik tijdens Limmoed. Dat inspireerde mij om een cursus Hebreeuws te doen. Daarnaast heb ik klassieke werken zoals Mesillat Yesharim, Horeb en Iggeret HaRamban bestudeerd.

Yeshua

Mijn toenmalige vriendin was Italiaans. Omdat de communicatie met haar familie moeizaam verliep, besloot ik Italiaans te studeren. Online kwam ik in contact met een Amerikaanse Italiaan. Op een gegeven moment vertelde hij me dat Jezus de Messias is, waarop hij vroeg wat ik van hem vond. Ik zei dat hij niet de Joodse Messias kon zijn, want christenen hebben met het kruis in de hand miljoenen Joden over de kling gejaagd. Hij ontkende dit niet maar schreef het toe aan ‘valse’ christenen. Na verloop van tijd gaf hij me de contactgegevens van een organisatie van evangelische christenen in Italië, voor het geval ik meer over Jezus wilde weten.
Enkele maanden later vroeg een vriendin in Italië of ik voor haar moeder wilde bidden, bij haar was namelijk kanker geconstateerd. Ik kreeg een ingeving en heb toen contact gezocht met de evangelische christenen in Italië. Die waren bereid voor haar te bidden. De toestand van de moeder verslechterde en de arts gaf haar nog enkele maanden te leven. Ik nam opnieuw contact op met de evangelische christenen, maar ze stelden me gerust en beloofden voor genezing te blijven bidden. Een maand daarna belde de vriendin uit Italië mij op. ‘Mijn moeder is genezen,’ riep ze uit. ‘De artsen staan voor een raadsel, want de tumor is helemaal verdwenen,’ vervolgde ze. Ik was enorm onder de indruk, en de evangelische christenen hielden mij voor dat Jezus haar genezen had. Ik koos voor Jezus als de Messias, kreeg uit Italië een Engelstalige Bijbel toegestuurd en besloot naar een evangelische gemeente te gaan. Na anderhalf jaar hield ik het voor gezien, onder andere vanwege hun vervangingsleer. Na een jaar ontmoette ik in een winkel een lid van de evangelische gemeente. ‘Je bent toch van Joodse komaf? Heb je zin om op Shabbat met mij naar een messiaanse gemeente te gaan?’ En aldus geschiedde. Ik moest heel erg wennen aan de niet-Joden met hun kippa en hun tzitzit, maar dat is inmiddels passé. Mijn Italiaans staat nu ten dienste van Gods Koninkrijk. Zo ben ik bezig met een Italiaanse vertaling van Alsof Hij zijn gezicht verborg.

Israël

Op aanraden van een vriend besloot ik naar Israël te gaan, het is immers het land van mijn voorvaderen. Het is prachtig om te zien wat men in zo korte tijd heeft neergezet, iets waar men in Suriname nog het een en ander van kan leren. Een reis naar Israël is niet compleet zonder Yad Vashem te hebben bezocht, dus dat heb ik gedaan. Ik had moeite mijn tranen te bedwingen. Ondanks mijn socialistische inborst heb ik heden meer sympathie voor Netanyahu, omdat hij korte metten maakt met de moslimterreur en geen land weggeeft. De dagelijkse protesten baren me wel zorgen.

Dit artikel is afkomstig uit het maandblad Hadderech van juli/augustus 2023