Daniel K. Eisenbud

Op een zonnige morgen in april leidde Israëls minister van Toerisme, Yariv Levin, een stoet segways (zie foto) langs de schilderachtige kustlijn van de Dode Zee. Het verleden was op wonderlijke wijze met het heden verbonden. Levin, verschillende architecten en journalisten reden in langzaam tempo over een nieuwe 3 km lange stenen promenade langs de Dode Zee met tientallen overkappingen, douches en elegante stranden.

Adembenemende ravijnen in de Judese woestijn en meeslepend mooie vergezichten richting Jordanië aan de overkant van de zee bepalen het uitzicht op deze promenade.

Na verschillende jaren van planning en een investering van 55 miljoen dollar was het moment aangebroken dat Levin vanuit Jeruzalem naar de drukbezochte plaats Ein Bokek reisde voor de officiële openingsceremonie van de unieke attractie. Op maandag 3 april jl. was het zover dat op deze plek aan de Dode Zee een snelgroeiend complex van hotels en ontspanning officieel open ging voor toeristen.

“We investeerden honderden miljoenen shekels hier, en we willen doorgaan met investeren in het uitbreiden van de stranden en het bouwen van hotels en winkelcentra,” zei Levin. Levin had de wereldberoemde architect Moshe Safdie ingehuurd om een masterplan te ontwerpen voor een gebied dat zich over 13 km uitstrekt en waar zo’n 30 hotels, restaurants en openbare ruimte moet komen. Levin rekent erop dat de Dode Zee een drukbezochte plek van wereldklasse wordt. “Ik moedig iedereen aan, Israëli’s en niet-Israëli’s, om hier naar toe te komen,” zei hij. “Ze zullen er geen spijt van krijgen, en ze zullen hun ogen niet kunnen geloven bij wat ze zien!”

Naschrift Batya Segal in JNN-News:
Israëls uitbreiding en verfraaiing van de Dode Zee is opwindend nieuws voor zowel Israëli’s als toeristen. Bid echter om het herstel van de waterniveau’s in de Dode Zee. Volgens metingen zou de waterhoeveelheid tegen het jaar 2050 opgedroogd zijn. Om de Dode Zee te redden, hebben Israël, Jordanië en de Palestijnse Autoriteit samen met de Wereldbank een plan aanvaard dat het ‘vrede-kanaal’ genoemd wordt. Zoutwater uit de Rode Zee wordt naar een ontzoutingsbedrijf  in de Jordaanse kuststad Aqaba gepompt en opgeleverd als drinkwater. Het overgebleven zilte water wordt door een 180 km lange pijpleiding in de Dode Zee gepompt.