Rev. Sam Stern
Jesaja 53 is een Bijbelgedeelte dat de levens van veel Joden ingrijpend veranderd heeft, zo ook dat van de rabbijn Sam Stern (ca. 1915 - ca. 1982).
Ik ben geboren in Polen tijdens de Eerste Wereldoorlog en groeide op in een streng orthodox-Joodse familie. Mijn vader was een zeer toegewijd rabbijn en zijn grote verlangen was dat ik dat ook zou worden.
Toen in september 1939 de Tweede Wereldoorlog uitbrak, had ik juist mijn studie afgerond. Toen de oorlog in mei 1945 voorbij was, bevond ik mij in een concentratiekamp. Ik had het overleefd en zag verlangend uit naar het weerzien met mijn familie en vrienden. Tot mijn grote ontsteltenis ontdekte ik dat al mijn geliefden waren omgekomen. Ik had niemand meer en was helemaal alleen op de wereld. “Waarom, God”, vroeg ik wanhopig, “waarom was U zo stil in deze gruwelijke tijd voor Uw uitverkoren volk?”
Groot conflict
Ik besloot naar Amerika te gaan in de hoop dat ik de Holocaust zou kunnen vergeten en om een nieuw leven op te bouwen. In 1952 arriveerde ik op Rhode Island waar ik ging werken als assistent-rabbijn. Er woekerde echter een groot conflict in mijn hart. Ik was het vertrouwen in de mensheid kwijt, maar óók mijn geloof. Ik voelde me diep ellendig, wetend dat ik als rabbijn dingen onderwees, waar ik zelf niet meer in geloofde.
Op een dag kwam ik op straat in contact met een zendeling die tegen mij zei: ”De Heer zendt ons naar de Joden om hen te laten weten dat God van hen houdt en dat Hij wil dat ze gered worden.” Hierna gaf hij mij een Jiddisch Nieuw Testament. De daaropvolgende nachten kon ik niet stoppen met lezen. Iedere regel was één grote openbaring. Ik begon bij Mattheüs en was verbaasd over Jezus’ afstamming van Abraham en David. En op bijna iedere pagina stond “zoals geschreven”. Dit Evangelie verwees steeds weer naar onze Joodse Bijbel, het Oude Testament. Het werd mij heel duidelijk dat het Nieuwe Testament de vervulling van het Oude Testament is.
Jesaja 53
Dezelfde zendeling bracht mij in contact met een Joodse gelovige. Samen lazen we het Jiddische Nieuwe Testament. Na een tijdje vertelde hij mij over een gedicht getiteld ‘De lijdende man’. Hij las het voor en vroeg mij: “Over wie gaat dit? Wie heeft geleden voor onze zonden? En door wiens striemen zijn wij genezen?”
“Misschien verwijst het naar Jezus Christus?”, zei ik. Waarop hij antwoordde: “Ik heb zojuist hoofdstuk 53 uit Jesaja voorgelezen. Hij is degene die over de Messias schreef.”
Ik was verrast en geschokt. Ik kende Jesaja 53 niet. Het enige dat ik kon concluderen was dat onze rabbijnen en andere Joden de Messias niet kennen, omdat zij gewoonweg onvoldoende Bijbelkennis hebben. Diezelfde avond ging ik naar hem terug en vertelde dat ik geloofde in de Heer Jezus. We knielden samen neer en baden voor de vergeving van zonden en voor redding. Als een berouwvolle zondaar nam ik de Heer Jezus aan als mijn persoonlijke Redder.
Vrede, vreugde en blijdschap
Wat een verandering. Ik was zo blij! Ik voelde een vrede, vreugde en blijdschap die ik nooit eerder had gekend. Ik was een nieuw mens. Toen ik thuis kwam, las ik Jesaja 53 steeds weer opnieuw. Deze prachtige profetie beschrijft Gods heerlijke plan van vergeving en verzoening met Hem en onze redding zo duidelijk, misschien zelfs wel duidelijker dan enig ander deel in de Bijbel. Ik liet mij dopen en werd een prediker van het Evangelie. Sinds die dag is het mijn grote verlangen dat mijn volksgenoten hun Joodse Messias leren kennen, over wie in Jesaja 53 al wordt gesproken.
Bron: JewishTestimonies
Dit artikel is afkomstig uit het maandblad Hadderech van juli-augustus 2022