Dr. Alfred Edersheim
Men zou kunnen zeggen dat Pesach pas écht voorbij was, vijftig dagen na het begin ervan, als het opgegaan was in het Pinksterfeest, of Wekenfeest.
Volgens unanieme Joodse traditie was de dag van Pinksteren niet alleen een oogstfeest, maar ook de verjaardag van het geven van de Wet op de berg Sinaï. Dus, zoals de wijding van de oogst, die begon met het aanbieden van de eerste gerst tijdens Pesach, voltooid werd met het offer van de twee beweegbroden van Sjawoe’ot, zo eindigde de herdenking van Israëls verlossing uit Egypte met die van het geven van de Wet. Maimonides merkt hierover prachtig op: “Net zoals iemand die in afwachting is van zijn beste vriend de dagen en uren tot zijn komst telt, zo tellen we ook vanaf de omer van de dag van onze uittocht uit Egypte tot die van het geven van de Thora, die het doel hiervan was, zoals gezegd wordt: “Ik heb je op arendsvleugels gedragen en je tot Mij gebracht."
Op dezelfde manier kun je zeggen dat het Pesach-offer van de Heer Jezus voltooid werd met de uitstorting van de Heilige Geest op de Pinksterdag zoals beschreven in Handelingen 2.