Een wetenschapper kwam eens bij rabbi Jisraël Baäl Sjem Tov en zei:
“In mijn onderzoekingen is het mij duidelijk geworden dat op het moment dat de kinderen Israëls door de Schelfzee trokken, de zee wel gespleten móest worden, op grond van een natuurwet. Als dat zo is, wat blijft er dan over van het wonder?”
“Maar weet je dan niet dat de Heilige, Hij zij gezegend, de natuur geschapen heeft? Hij heeft haar zo geschapen dat de zee zich móest splijten, juist op het moment dat de kinderen Israëls erdoor trokken. En dát is het wezen van het wonder”, antwoordde de rabbi.

Uit: Eli Whitlau, een vleugje paradijs.

Dit artikel is afkomstig uit het maandblad Hadderech van april 2022