Lance Lambert

Ergens in de achter ons liggende eeuwigheid, voor de grondlegging van de wereld, had de roep van God door de hemel weerklonken: “Wie zal ik zenden, en wie zal voor ons gaan?” - Jesaja 6:8. Het was de hartenkreet van de Vader, toen Hij het complexe probleem van menselijke zonde, het schijnbaar onoplosbare probleem van een door satan beheerste mensheid voorzag.

Het antwoord op dit probleem was niet de vernietiging van de mens, hoewel dat, als Gods liefde niet zo groot was, een eenvoudige oplossing zou zijn geweest. Het antwoord was hen te verzoenen, hen terug te brengen in Zijn oorspronkelijke plan met hen: in een eeuwige verbinding met Hem te leven.
Het was de Zoon, die niet alleen de roep beantwoordde, maar ook de oplossing voor het probleem aandroeg: “Hier ben ik, zend mij! Ik heb lust om Uw wil te doen, mijn God.”- Psalm 40:7-8

De dag waarvan Gods verlossingsplan afhing

Het is duidelijk dat Jezus vanaf het begin wist wat Zijn echte werk was. Vanaf het moment dat Petrus zijn heerlijke belijdenis uitsprak “U bent de Messias, de Zoon van de levende God” - Mattheüs 16:16, begon Jezus aan Zijn discipelen te openbaren wat Zijn verheven dienst was. Zijn gehele leven was daartoe de voorbereiding geweest. De dag waarop de gehele geschiedenis was gericht en waarvan Gods verlossingsplan afhing, brak aan met Zijn kruisiging.
Het feit dat het werk van onze redding werd volbracht binnen een dag moet ons er echter niet toe verleiden om te denken dat het gemakkelijk was voor de Messias. Het kostte Hem alles! In die paar uren kwam een wereld van lijden en angst samen, die elke menselijke voorstelling te boven gaat. Geen van de schrijvers van de evangeliën probeerde dan ook het diepe lijden van de Messias te beschrijven. Ze registreerden slechts de feiten. Zelfs de apostelen gaven slechts de geestelijke consequenties ervan door: Hij droeg onze zonde. Hij leed in onze plaats. Daar, in de duisternis van Golgotha, werd Zijn ziel tot het offer voor onze zonden. Hij werd gewond en doorstoken voor onze overtredingen. Hij werd verpletterd voor onze ongerechtigheden. Daar leed Hij voor ons welzijn en onze vrede. Hij werd gekastijd, opdat ons ongelukkige, gepijnigde geweten vrede zou vinden met God. Daar werden onze ziekten, onze smarten en moeiten door Hem gedragen. Hij nam zowel de wortel als de vrucht van alle zonden op zich, omdat al onze ongerechtigheid op Hem neerkwam.

Niet in staat zichzelf te redden

Het was niet dat Hij zichzelf niet kón redden. Hij had alle kracht in dit heelal tot Zijn beschikking maar Hij wilde die alleen gebruiken om Zichzelf ten offer te geven, niet om Zichzelf te redden. Het was Zijn liefde voor ons, die elke mogelijkheid tot zelfbehoud uitsloot! Het waren niet de spijkers, die Hem vasthielden op het kruis, maar Zijn liefde tot Zijn Vader en Zijn liefde tot ons. Hierin ligt een diepe les voor ons. Er zijn veel dingen die wij kunnen doen, maar als we God werkelijk dienen, zullen we ontdekken dat we die, uit liefde tot God en uit liefde tot anderen, niet kúnnen doen.

Het unieke van Jezus

Ieder aspect van de Messias Jezus is uniek. Of het nu het mysterie van Zijn persoon betreft, God en mens; of het feit van de vele profetieën die Zijn komst voorzegden, Zijn geboorte, Zijn verheven taak en de heerlijkheid die zou volgen; of de schoonheid van Zijn karakter, Hij is uniek. En als dat Hem ver boven allen plaatst, kan Zijn arbeid alleen maar toevoegen aan het unieke van Hem. Want niemand anders had kunnen doen, wat de Here Jezus heeft gedaan. Dit wordt op eenvoudige en diepzinnige wijze vermeld in de Encyclopaedia Judaica: “Wanneer, zoals christenen geloven, de martelaar Jezus tegelijkertijd de Messias was, heeft Zijn dood een kosmische betekenis.”

Waardig om koning te zijn en de troon te bestijgen

Jezus is niet alleen de Messiaanse koning vanwege Zijn afkomst, de Zoon van David. Hij is bovenal koning omdat Hij waardig is koning te zijn en de troon te bestijgen. In Hem zien we het soort karakter en aard, dat niet anders kan dan regeren. Door Zijn karakter werd de doornenkroon omgezet in de kostbaarste en schitterendste kroon, die ooit in de geschiedenis is gedragen, en een waardeloze rietstaf in de krachtigste heersersstaf die ooit is gehanteerd. In Hem zien we een opvatting over het koningschap, over leiderschap en autoriteit, zonder weerga. Het is gebaseerd op onbaatzuchtige, opofferende dienstbaarheid en op een leven, dat geheel was gericht op anderen.

De apostel Johannes, die in een visioen in de hemel zelf en in de eeuwigheid zag, zag de troon van God in het centrum van alles, en in de troon zag hij een “Lam, staande als geslacht” - Openbaring 5:5-6. Hij zag een gekruisigde en regerende Messias in een nieuwe hemel en een nieuwe aarde, het glorierijke middelpunt van een ontelbare, triomferende en aanbiddende schare.
“Het Lam, staande als geslacht”, is de Messias op Zijn troon, die voor eeuwig de tekenen van Zijn lijden draagt, de tekenen van de spijkers in Zijn handen en voeten en van de speer in Zijn zij.
Johannes zag dat de Messias de boekrol met de zeven zegels nam, die de gedachten en de wil van God vertegenwoordigt en die niemand, Jood of heiden, had kunnen volbrengen. Johannes sloeg Hem gade toen Hij de zegels verbrak en het boek opende. Jezus de Messias had het eeuwige doel van God volbracht. Een ontelbare schare uit iedere natie op de aarde had Hij verlost en vele zonen tot heerlijkheid gebracht. Niemand anders is ooit waardig bevonden de troon van God te beërven, om alle dingen te herstellen en naar de Vader terug te brengen, en het gehele voornemen van God voor de toekomende eeuwen daadwerkelijk te realiseren.

Sleutel tot de Joodse geschiedenis

Het “Lam, staande als geslacht” is tenslotte de sleutel tot de Joodse geschiedenis, die ontsluit wat onverklaarbaar was en die haar droefheid omzet in heerlijkheid. Want het doel van God werd door de struikeling van het Joodse volk niet tenietgedaan, maar er juist door vervuld. Ook ging Zijn liefde voor hen niet verloren, maar bleek door de jaren heen onvergankelijk te zijn. Aan het einde zullen geheel Israël en ook wij verlost zijn, om niet meer te zondigen. En de aarde zal worden vervuld met de kennis en de heerlijkheid van de Heere, zoals de wateren de bodem van de zee bedekken.
Van de rechterhand van God zal de Messias Jezus, het lam van God en de leeuw van Juda, voor eeuwig regeren. De Koning van de Joden is dan de allergrootste Koning en Heer geworden. “En aan de grootheid van deze heerschappij en aan Zijn vrede zal geen einde komen, op de troon van David en in Zijn koninkrijk, omdat Hij het sticht en ondersteunt door recht en gerechtigheid, van nu aan tot in eeuwigheid.” - Jesaja 9:6

Bron: Israël is uniek, Lance Lambert, uitg. Chai Pers (1990)

Dit artikel is afkomstig uit het maandblad Hadderech van mei 2023