Myer Baruch

“En als ik van de aarde verhoogd ben, zal ik allen naar mij toe trekken.” Joh. 12:32

In dit Schriftgedeelte gaat het in eerste instantie om de verhoging van Christus aan het kruis, maar de aantrekkingskracht van onze Heer Jezus Christus bestond al lang voor Zijn eerste komst. Het Oude Testament staat vol van het verlangen naar Hem:

“Och, dat Israëls verlossing uit Sion kwam! Wanneer de Heere de gevangenen van Zijn volk laat terugkeren, dan zal Jakob zich verheugen, Israël zal verblijd zijn” - Psalm 14:7. Het Hebreeuwse woord dat vertaald is met ‘verlossing’ is ‘Jesjoea’.

Alle profeten spraken over de Messias en het volk keek uit naar de verschijning van de beloofde verlosser. Hij was de hoop van Israël en in tijden van verdrukking ging het hart uit naar Hem. Veel moeders in Israël hoopten dat zij het instrument zouden worden waardoor de Messias geboren zou worden.

De verschijning van de Messias op aarde

De aantrekkingskracht van de Messias bleek al direct na Zijn geboorte. De herders haastten zich om Hem te zien. De vrome Simeon, die zijn hele leven had gewacht op de verschijning van de Messias, werd door een onweerstaanbare kracht naar de tempel getrokken, zag het kind Jezus, nam Hem in zijn armen en riep uit: “Mijn ogen hebben Uw verlossing gezien!”

Toen onze Heer twaalf jaar was, stond Hij in het middelpunt van de geleerde rabbi’s in de tempel. Onder hen bevond zich mogelijk de bijna honderdjarige Hillel, zijn zoon Simeon, zijn kleinzoon, de jeugdige Gamaliël en Jonathan, de schrijver van de Targoem. Misschien was daar ook Hillels rivaal Sjammai, die alles bond wat de ander had losgemaakt. Ze stelden Hem allerlei vragen, waarop Hij verbazingwekkende antwoorden gaf.

Onze Heer trok de mensen ook naar zich toe als Hij zich onder het volk bewoog. Zelden zag men Hem zonder grote mensenmenigten die Hem volgden. Laten we even met Hem oplopen tijdens Zijn aardse dienst. Tegen Petrus en Johannes zei Hij: “Volg mij, en ik zal van jullie mensenvissers maken.” Meteen lieten ze hun netten achter en volgden Hem. Wat was er toch met onze Heer dat Joden uit alle lagen van de bevolking alles verlieten om Hem achterna te gaan, een ongewisse toekomst tegemoet?

De tollenaar Zacheüs klom in een vijgenboom om een glimp van de Meester op te vangen en werd een ander mens na een nadere kennismaking met Hem. Ook de verschoppelingen verdrongen zich om Hem. Niet voor niets werd Hij een vriend van tollenaars en zondaars genoemd.

Jezus’ verhoging aan het kruis

Maar het hoogtepunt van Zijn aantrekkingskracht was Zijn verhoging aan het kruis. Hier kwamen en komen alle rangen en standen samen om dit vertoon van menselijke haat en vooroordeel maar ook van Gods liefde en bewogenheid voor Zijn schepping gade te slaan.

Pilatus was zich zeer bewust van de onschuld van deze rechtvaardige mens en probeerde Hem met alle middelen vrij te laten. Ook de Romeinse centurio werd naar de Messias getrokken. Ondanks dat hij al veel kruisigingen had voltrokken werd hij diep getroffen door het geduld van de Heer Jezus. “Werkelijk, dit was de zoon van God!”, riep hij uit en werd een volgeling van de Messias. Ook de dief aan het kruis kwam binnen de invloedssfeer van de Messias en bad: “Heer, denk aan mij wanneer U in Uw Koninkrijk komt!” Iemand merkte eens terecht op dat het kruis van de Messias voor iedereen een ontmoetingsplaats is, een smeltkroes en een werkplaats, waar heiligen en zondaars samenkomen.

Rabbi Isaac Lichtenstein

Ook heden ten dage heeft de Messias een grote invloed en wordt zijn naam in de hele wereld grootgemaakt, door Joden en niet-Joden. Het bestaan van een Joods-christelijke vereniging bewijst al dat Jezus nog steeds Joden tot zich trekt.

Er is wel eens gezegd dat het erg moeilijk is een Jood ervan te overtuigen dat Jezus de Messias is, maar eenmaal overtuigd gaat hij of zij er helemaal voor, ongeacht de prijs. Een mooi voorbeeld is de Hongaarse rabbi Isaac Lichtenstein (1824-1909). Deze grote denker werd gegrepen door het verhaal van de Messias, eenvoudig zoals dit in het Nieuwe Testament tot ons komt. In zijn eigen woorden: “Ik nam het Nieuwe Testament uit z’n schuilplaats, het boek dat ik 40 jaar eerder met grote tegenzin aangenomen had van een Joodse leraar. Ik begon er doorheen te bladeren en te lezen. Hoe kan ik de indruk die ik toen kreeg onder woorden brengen? Niet de helft was mij verteld van de grootsheid, de kracht en de heerlijkheid van het boek dat voorheen voor mij verzegeld was geweest.

Rabbi Lichtenstein had het Nieuwe Testament als een onrein voorwerp beschouwd maar wordt er nu door gegrepen en begint gloedvol te spreken over de Messias: “Toen ik bij de bron ontdekte hoe de hele Wet en de Profeten in Hem vervuld werden vielen mij de schellen van de ogen, en zag ik de Koning in zijn schoonheid.

Veel van dergelijke bekeringsgeschiedenissen zouden toegevoegd kunnen worden. Meestal volgde er vervolging, maar dat leidde er alleen maar toe dat men de Messias, onder wiens heerschappij men nu leefde, steviger vastgreep. De laatste 100 jaar zijn er verhoudingsgewijs meer bekeringen geweest van Joden dan van niet-Joden. Velen van hen werden zendelingen, niet alleen onder hun eigen volk maar ook onder de andere volken, overal ter wereld.

John Bunyan, Livingstone en Hudson Taylor

Niet alleen Joden maar ook niet-Joden hebben zich in de loop der eeuwen aangetrokken gevoeld tot de Messias. Wat inspireerde de eerste christenen om de aanvallen van satan te weerstaan zodat ze liever een prooi werden van het vuur en van leeuwen dan hun geloof in de Messias op te geven? Waardoor veranderde John Bunyan van een vloekende zondaar in een dienstknecht van God? Wat deed Livingstone gaan naar een leven in Afrika vol moeiten, ja zelfs de dood? Wat was het dat Hudson Taylor naar China stuurde, met z’n hindernissen, beproevingen en onbegrip? Was het een theorie of een verzameling leefregels? Integendeel, het was de Messias, die het in hun levens voor het zeggen had gekregen.

De wederkomst

Tenslotte iets over de aantrekkingskracht van de Messias bij Zijn wederkomst. De dag dat iedereen Hem zal erkennen als allerhoogste Heer en Koning nadert snel, ook degenen van Israël die nu niet in Hem geloven. Want over het huis van David en over de inwoners van Jeruzalem zal de Geest van de genade en de gebeden uitgestort worden.

Zoals de heiligen in het O.T. uitzagen naar de eerste komst van de Messias zien de gelovigen van vandaag uit naar Zijn wederkomst. Roept ons hart niet uit: “Och, kom Heer Jezus!”? Alles om ons heen schreeuwt om de verschijning van onze Heer Jezus Christus: oorlogen, geruchten van oorlogen, aardbevingen, besmettelijke ziekten, de angst die de mensen vervult. “Maar wanneer u deze dingen ziet gebeuren, heft dan uw hoofden op, want uw verlossing nadert.” Dan zal Jezus’ belofte die we in het begin aanhaalden ten volle vervuld worden: “Als ik van de aarde verhoogd ben, zal ik allen naar mij toe trekken.”

Uit: The Hebrew Christian, oktober 1932