Dr. Pieter A. Siebesma

Op 8 september jl. promoveerde Randall Ford aan de Evangelische Theologische Faculteit in Heverlee/Leuven in België op een proefschrift over het nieuwe verbond in Jeremia 31 in de Joodse literatuur van de eerste eeuw tot de tijd van Don Isaac Abravanel.

Randall Ford, afkomstig uit de Verenigde Staten, is Israëlisch staatsburger. Samen met zijn Joodse vrouw, oorspronkelijk afkomstig uit Tasjkent, werkt hij voor Chosen People Ministries in Jeruzalem en is betrokken bij de Messiasbelijdende Joodse gemeenschap aldaar.

Als copromotor heb ik zijn werk een aantal keren gelezen. Hij heeft veel Joodse commentaren in het Hebreeuws op Jer. 31 voor het eerst in het Engels vertaald. Dat maakt zijn studie interessant voor theologen die niet (zo goed) Hebreeuws kennen.
Dat juist Don Isaac Abravanel (1437-1508), een Portugese rabbijn en staatsman, in de titel wordt genoemd, is omdat hij in zijn commentaar op Jeremia heel veel aandacht heeft besteed aan het nieuwe verbond, meer dan alle Joodse Bijbeluitleggers voor hem. Dat had te maken met de tijd waarin Abravanel leefde. Tijdens zijn leven werden de Joden (en ook hijzelf) uit Spanje verdreven en werd Constantinopel door de Turken veroverd.
Daarom zag hij verlangend uit naar de komst van de Messias, die het volk Israël zal verlossen van hun vijanden, in Jeruzalem gaat regeren en de verstrooide Joden weer terug zal brengen naar het land van Israël. En dan begint het Messiaanse tijdperk, waarin de woorden van Jer. 31:31-34 over het nieuwe verbond realiteit gaan worden. God zal Zijn wet in hun binnenste geven en zal die in hun hart schrijven. Dan zullen zij allen de Heere kennen, vanaf de kleinste tot de grootste. Want God zal hun ongerechtigheid vergeven en aan hun zonden niet meer denken.

Het nieuwe verbond in het Nieuwe Testament

Tot zover kunnen we beamen wat Abravanel hier leert. Maar in zijn visie op wat dit nieuwe verbond nu precies inhoudt, wijkt hij af van het Nieuwe Testament. Hij benadrukt, wat nagenoeg alle Joodse uitleggers vanaf de tweede eeuw ook al hebben geschreven:
אין ברית אלא תורה, Hebreeuws voor: er is geen verbond dan de Thora. Oftewel het gaat hier om het oude verbond, met Mozes gesloten en om de mondelinge wet zoals die is geformuleerd door de rabbijnen. Nieuw is dat nu iedereen zich aan deze wet gaat houden. De Messias is voor hen vooral de koning van Israël die tijdens het Messiaanse tijdperk in Jeruzalem regeert.

De brief aan de Hebreeën spreekt hier heel anders over: Door Zijn offer, Zijn dood en Zijn opstanding uit de doden, heeft de Messias een eeuwige verlossing teweeggebracht (Hebr. 9:12). Een ieder die dat accepteert krijgt deel aan dat nieuwe verbond en gaat in een nieuwe relatie met Hem leven. Dan zal God Zijn wet in het binnenste geven en hij of zij zal Hem kennen.
Tegelijk kijken we met verwachting uit naar de toekomst. Volgens Rom. 11:25-27 is er voor een deel een verharding gekomen over Israël, totdat de volheid van de heidenen is binnengegaan. En dan zal geheel Israël zalig worden en zullen zo de beloften van Jer. 31 over het nieuwe verbond geheel vervuld worden.

Dit artikel is afkomstig uit het maandblad Hadderech van oktober 2023