Ds. Dick M. Stichter
Door het bestuur van Hadderech is mij gevraagd iets te schrijven over wat ik belangrijk vind om op de Israëlzondag (7 oktober) aan de orde te stellen.
Uiteraard zal ik spreken over de centrale rol die het volk Israël speelt in het heilsplan van God. Voor mij gaat een Israëlzondag in de kerkdienst veel verder dan Israël te gedenken in de voorbede (hoe belangrijk ook) en daarnaast enkele liederen en gezangen te zingen die op Israël betrekking hebben. Wat voor mij belangrijk is, is dat er vanuit de Bijbel naar voren gebracht wordt, dat er een onopgeefbare verbondenheid is tussen God en Israël.
Dat is vandaag meer dan nodig in de christelijke kerken en gemeenten.
Zowel in de Protestantse Kerk in Nederland als ook in evangelische groepen en gemeenten zie ik vooral in de laatste twee decennia steeds minder aandacht ontstaan voor de centrale rol die Israël heeft in de Schrift.
Dit artikel leent zich niet om te onderzoeken hoe dit tot stand is gekomen. Maar er zijn wel enkele zaken aan te wijzen. Hopelijk kan ik daar later nog eens een artikel aan wijden.
Verontrustend is, dat er onlangs een groep liberale theologen binnen de Protestantse Kerk in Nederland via een manifest een explosief wil leggen onder de onopgeefbare verbondenheid tussen God en Israël. Een van de voorstellen in het manifest luidt: “De PKN moet in haar kerkorde en theologisch denken af van de speciale positie van Israël en de Joden”. Daarmee staat bij deze groep ook de Israëlzondag ter discussie.
Voor mij ligt de onopgeefbare verbondenheid tussen God en Zijn volk Israël definitief verankerd in het verbond dat de HEERE met Abram heeft gesloten in het boek Genesis in de hoofdstukken 12, 15 en 17. Wanneer ik deze verbondsbelofte van de HEERE aan Abram bestudeer, vallen er twee belangrijke kenmerken op.
Ten eerste draagt dit verbond met Abram een eenzijdig karakter. Dat komt duidelijk tot uiting in het teken dat aan de verbondssluiting vooraf gaat. Hier lezen we dat het God zelf is, die zich verbindt aan Abram.
Ten tweede draagt dit verbond een onvoorwaardelijk karakter. God stelt geen voorwaarde aan Abram. Hij verbindt zich aan Abram met een onverbrekelijke trouw.
Hoe anders was dat met het verbond wat God sloot met Israël op de Sinaï in Exodus 20. Dat was tweezijdig en voorwaardelijk. De verbreking van dit verbond heeft uiteindelijk geresulteerd in de wegvoering van de 10 stammen naar Assyrië en de 2 stammen naar Babel.
Zeer opmerkelijk is dan ook dat Daniel in hoofdstuk 9:4, waar hij bidt en schuldbelijdenis doet, zich niet meer kon beroepen op het verbond dat God sloot met Zijn volk op de Sinaï (Israël had dit verbond verbroken door andere goden achterna te lopen), maar een beroep doet op het verbond dat God sloot met Abram! In dit verbond ligt de garantie verankerd van het geestelijk herstel van Israël als volk in de nabije toekomst, het herstel van het Koningschap voor Israël, wanneer de Messias in Jeruzalem zal zitten op de troon van David, en tot slot de grenzen van het land zoals omschreven in Genesis 15 : 18.
Dick Stichter is lid van Hadderech. Op Israëlzondag spreekt hij bij de Baptistengemeente in Leiden
Dit artikel is afkomstig uit het maandblad Hadderech van oktober 2018