Jonathan Feldstein

Vorige week hadden we het voorrecht om twee mijlpalen te vieren. We vierden de vijftiende verjaardag van onze aankomst in Israël. En we vierden (!) de inlijving van onze oudste zoon in het Israëlische leger als parachutist.

De laatste sabbat voordat hij in dienst zou gaan, zat mijn zoon zoals gewoonlijk naast mij tijdens de synagogedienst. Tijdens het uitspreken van de ‘birkat kohaniem’ (de priesterzegen) is het gebruikelijk dat een vader zijn ‘talliet’ (gebedssjaal) over zijn eigen hoofd en dat van zijn kinderen plaatst. Toen we daar zo stonden realiseerde ik me dat ik hem op een plaats had gebracht waarop ikzelf niet voorbereid ben.

Ik ben onvoorbereid omdat ik niet weet waar hij doorheen zal gaan, of hoe hem het beste te helpen. Het dienen in het leger gaat bij de meeste Israëlische ouders gepaard met gemengde gevoelens: zenuwachtigheid en trots. Voor mij is dat des te meer zo omdat hij de eerste in onze familie is die in dienst gaat. Mijn vader was in Israël geboren maar als jongvolwassene vertrok hij weer, dus hij zat nooit in dienst. Mijn zoon draagt de naam van mijn vader, een speciaal moment.
Ik ben ook onvoorbereid omdat we als ouders onze kinderen grootbrachten door zoveel mogelijk voor hen te doen en hen te beschermen. Naar hem kijkend – onder de bescherming van mijn talliet - realiseer ik me dat ik hem niet meer zal kunnen beschermen. We moeten hem toevertrouwen aan de legermensen, aan onze politieke leiders en aan God.

Ik bid dat noch hij noch iemand anders opgeroepen zal worden om te doen waarvoor hij getraind gaat worden. Maar ik weet dat dit zeer onwaarschijnlijk is. Alles wat ik kan doen is bidden en u vragen met mij mee te bidden. Het gebed van Israëls opperrabbinaat is heel goed om mee te beginnen:

Hij Die onze voorvaders Abraham, Izak en Jakob zegende – moge Hij de strijders van de Israëlische Verdedigingskrachten (IDF) zegenen die over ons land en de steden van onze God de wacht houden, vanaf de grens met Libanon tot aan de woestijn van Egypte, van de Grote Zee tot de Arava, op het land, in de lucht en op zee.

Moge de Almachtige het bewerken dat de vijanden die tegen ons opstaan voor hen uit neergeslagen worden. Moge de Heilige – gezegend is Hij – onze strijders bewaren en redden uit elke moeilijke situatie en moedeloosheid, van elke plaag en ziekte, en moge Hij zegen en succes geven bij elk optreden.

Moge Hij onze vijanden onderwerpen aan onze strijders, en moge onze strijders redding vergund worden; kroont U hen met overwinning. En mag voor hen bewaarheid worden wat het vers zegt: “Want het is de Here jullie God, die met jullie gaat om voor jullie de vijanden te verslaan en jullie te redden.” Amen

Bron: Breaking Israel News.

Vertaling: Evelien van Dis.

Dit artikel is afkomstig uit het maandblad Hadderech van september 2019