Victor Buksbazen

Het boek Esther neemt onder alle Bijbelboeken een bijzondere plaats in doordat de naam van God er niet in voorkomt. Toch lijkt elke regel en elk woord te roepen: “Zie, de bewaarder van Israël sluimert noch slaapt!”

Als we het verhaal van Esther lezen, is het fascinerend om te zien hoe de onzichtbare hand van God een ingewikkeld patroon van schijnbare toevalligheden weeft om Zijn volk te beschermen. Het bevat een les niet alleen voor Joden, maar voor alle gelovigen: in de gewone gebeurtenissen is God werkzaam om zijn plannen te verwezenlijken!

Het decor

De setting van het verhaal is het oude Perzië - het huidige Iran - op het hoogtepunt van haar macht en glorie. Enkele jaren zijn verstreken sinds Cyrus in 538 v. Chr. de Joden toestond uit Babylon terug te keren naar het Heilige Land, onder leiding van Zerubbabel. De Joden die in Babylon achterbleven hadden een comfortabel leven in de verstrooiing verkozen boven de ontberingen van het pionieren in hun verwoeste vaderland. Onder hen vinden we Mordechai en Esther. Op de troon van het Perzische Rijk, dat zich uitstrekt over 127 provincies, zit Xerxes (486-465 v. Chr.), een machtig heerser met een zwak karakter. Zijn beslissingen worden vaak genomen door kruiperige hovelingen en intrigerende politici.

Hamans aanklacht tegen de Joden

Haman is de kwade genius van het drama. De Jood Mordechai heeft Haman beledigd, en dus keert Hamans toorn zich tegen alle Joden. Haman was een werktuig van Satan die van meet af aan de Joden probeert te vernietigen omdat hij weet dat uit Abrahams zaad degene komt die zijn hoofd zal vermorzelen. Wanneer Haman naar Ahasveros komt om de totale uitroeiing van de Joden te vragen, heeft hij een kant en klare aanklacht tegen hen - Esther 3:8:

  1. “Eén volk is er dat verstrooid en verspreid is onder de volken in alle gewesten van uw koninkrijk. Hun wetten zijn anders dan die van alle volken.” De beschuldiging is dat de Joden een vreemd element zijn in het lichaam van het gastland. Hun godsdienst en hun gebruiken, de hele structuur van hun samenleving en beschaving passen niet in het patroon van het gastland.
  2. “En er is niemand die de wetten van de koning uitvoert.” Een beschuldiging van ontrouw en gebrek aan loyaliteit.
    Deze beschuldigingen zijn historisch omdat ze in de geschiedenis vaak zijn geuit tegen de Joden. Hamans conclusie luidde: “Het past de koning niet hen met rust te laten.”

Een draconische oplossing

“Als het de koning behaagt, laat er geschreven worden dat ze mogen worden vernietigd." Haman, net als Hitler en talloze anderen, heeft een pasklare oplossing voor het Joodse probleem... vernietig alle Joden. Maar hij is zich wel bewust van de economische waarde van de Joden voor het land. Hij beseft dat hun verdwijning de koning schade zal berokkenen. Dus biedt hij als compensatie 10.000 talenten zilver aan. Ahasveros weigert echter het aanbod grootmoedig en geeft Haman de Joden gratis: “Doe met hen wat je wilt.”

Koningin Esther

“En terwijl de koning en Haman zich neerzetten om te drinken, kwam de stad Susan in opschudding.” Deze paar woorden beschrijven de tragedie van de situatie. Maar menselijke radeloosheid is voor God een kans!
Bij het horen van het decreet is de eerste reactie van de Joden om te vasten, te bidden en zich te bekeren. Wat een heilzaam voorbeeld om te volgen! Een effectieve remedie die nooit heeft nagelaten het hart van God te bewegen - vgl. 2 Kronieken 7:14.
Wanneer men het eeuwige volk wil uitroeien, en de nood het hoogst is, stuurt God altijd een verlosser - een Mozes, een Simson, een Juda de Makkabeeër en nu Mordechai en Esther. Esther, de eerste vrouw van het grote Perzische Rijk, door Gods raadsbesluit verheven van een eenvoudig Joods meisje tot koningin.
Esther en Mordechai lijken hun best te doen om hun Joodse identiteit te verbergen. Veelzeggend is dat hun namen niet Joods zijn, maar eerder van Babylonische oorsprong. De naam ‘Mordechai’ kan een variant zijn van ‘Merodach’, de beschermgod van Babylon (vgl. Jer. 50:2). En Esther doet denken aan de Babylonische godin Ishtar of Astarte.
In spraak, manieren, kleding en zelfs in hun namen hebben de Joden vaak getracht de kleur aan te nemen van het volk waaronder zij leefden, maar altijd tevergeefs. Uiteindelijk zond God altijd Hamans en Hitlers om hen onder bloed en tranen te herinneren aan hun afkomst.
Latent antisemitisme was waarschijnlijk diepgeworteld onder de bevolking van het Perzische Rijk. Want Esthers adoptievader Mordechai had haar geadviseerd haar Joodse afkomst niet te verraden aan het hof. En dus bewaakte Esther het geheim van haar Joodse afkomst goed - te goed. Want Mordechai moest haar zeggen: “Beeld je niet in dat jij als enige van alle Joden zult ontkomen, omdat je in het huis van de koning bent”- Esther 4:13.
Esthers risicovolle besluit om voor haar volk op te komen staat vast: “Als ik omkom, kom ik om.” Esthers vastberadenheid en toewijding zijn een prachtig voorbeeld voor alle kinderen van God!

Antisemitisme, een verblindende obsessie

We zien hoe Haman zich koestert in de eer die hem door zijn heer Ahasveros wordt bewezen. Hij vertelt aan zijn vrouw en vrienden over de eerbewijzen die hij al heeft ontvangen, en kijkt vol vreugde uit naar de eer die hem nog te beurt zal vallen. Maar de vlieg in Hamans zalf is Mordechai, de koppige Jood met de onbuigzame knieën. O, kon hij zich maar ontdoen van Mordechai, dan zou zijn geluk volmaakt zijn. En Mordechai de Jood wordt Hamans obsessie. Een obsessie die niet ongewoon is bij anders redelijke en intelligente mensen. Ze zijn rationeel zolang je het onderwerp Joden niet aansnijdt. De Joden zitten in hun verbeelding overal achter. Al hun persoonlijke en alle internationale problemen, alles wat ooit fout ging, is te wijten aan de Joden.
Maar hij die plannen smeedt tegen de vernietiging van de Joden roept Gods toorn tegen zichzelf in. De galg die Haman voor Mordechai opricht blijkt voor hemzelf bestemd.

Israëls wachter sluimert noch slaapt

Het boek Esther heeft vaak geleid tot kritiek op de Joden. Ze zouden wraakzuchtig zijn en niet vergevingsgezind. Maar Esther vroeg alleen om het recht op zelfverdediging voor haar volk. Dit werd hen verleend en toen het uur van hun vernietiging aanbrak, hadden zij het recht en de aanmoediging van de koning om voor hun eigen verdediging op te komen. Hiervan maakten zij gebruik. Maar ze waakten ervoor om buit van hun verslagen vijanden te nemen, om niet als rovers bestempeld te worden.
En zo veranderde de dag van vernietiging in een dag van bevrijding voor de Joden. Een dag van de overwinning van God op Satan, van de overwinning van gebed, vasten en geloof op heidense toorn en blinde haat. Het is de overwinning van de Voorzienigheid en liefdevolle goedheid van de Heere jegens Zijn volk.
Ter herdenking van die grote bevrijding stelden Mordechai en Esther het feest van Poerim in. “Daarom noemden zij deze dagen Poerim naar het woord Poer”, Akkadisch voor ‘lot’ - Esther 9:26. De bijgelovige Haman had namelijk door het werpen van loten de gunstigste dag om de Joden te vernietigen bepaald.

Uit: The Gospel in the feasts of Israel, V. Buksbazen (1958).

Dit artikel is afkomstig uit het maandblad Hadderech van maart 2023